Zelfstandigen in bijberoep kunnen werkloosheidsuitkering behouden
Het voordeel "Springplank naar zelfstandige" toepasselijk sinds 01/10/2016 is een maatregel die toelaat om tijdens de uitoefening van een nevenactiviteit als zelfstandige, het recht op werkloosheidsuitkeringen te behouden gedurende twaalf maanden.
Wat is de impact van de inkomsten van uw zelfstandige activiteit in bijberoep op het bedrag van uw werkloosheidsuitkeringen?
In het kader van het voordeel "Springplank naar zelfstandige" mag u de inkomsten van de uitgeoefende activiteit cumuleren met de uitkeringen, maar in beperkte mate.
Het dagbedrag van uw werkloosheidsuitkering zal verminderd worden met het deel van het bedrag van het dagelijks inkomen van de nevenactiviteit dat 13,70 euro overschrijdt (volgens de index geldig op 01.07.2016).
Bijvoorbeeld: als het netto dagelijks inkomen van uw bijberoep 15 euro bedraagt, zal het dagbedrag van uw werkloosheidsuitkering verminderd worden met het verschil tussen 15 en 13,70.
Het dagelijks inkomen wordt bekomen door het netto belastbaar jaarinkomen (= bruto - lasten) te delen door 312.
Wat gebeurt er wanneer het voordeel wordt beëindigd?
U vestigt zich als zelfstandige in hoofdberoep.
Van zodra u zich effectief als zelfstandige in hoofdberoep vestigt, heeft u geen recht meer op werkloosheidsuitkeringen. Vestigt u zich in de loop van een maand, maak dan de vakjes van uw controlekaart zwart vanaf de dag van de vestiging. Voor de hierop volgende maanden mag u geen controlekaarten meer indienen.
U vestigt zich niet als zelfstandige en wenst verder werkloosheidsuitkeringen te ontvangen.
Als u uw nevenactiviteit stopzet, kunt u blijven uitkeringen genieten. Ga in dat geval zo snel mogelijk naar uw uitbetalingsinstelling.
Er kan evenwel afgeweken worden van die regel als u, vooraleer het voordeel te genieten, uw nevenactiviteit reeds tijdens uw werkloosheid uitoefende met toelating van de RVA. Neem in dat geval contact op met uw uitbetalingsinstelling.
Bron:
Dit bericht delen: