Wijzigingen aan reglementering proefbedingen
Met de invoering van het eenheidsstatuut werd grotendeels komaf gemaakt met de wijdverbreide toepassing van proefbedingen.
Recent gepubliceerde wetgeving brengt een aantal wijzigingen aan het wetgevend kader aan.
Studentenovereenkomst
Bij een arbeidsovereenkomst voor studenten worden de eerste 3 arbeidsdagen automatisch als proeftijd beschouwd.
Deze proeftijd is vast en verplicht. Er kan niet voorzien worden in een kortere of een langere termijn.
Tijdens deze eerste 3 arbeidsdagen kunnen zowel werkgever als werknemer de arbeidsovereenkomst beëindigen zonder opzegging noch vergoeding.
Voortaan wordt uitdrukkelijk bepaald dat bij opeenvolgende studentenovereenkomsten in dezelfde functie opeenvolgende proefperiodes verboden zijn.
Overeenkomst betreffende de tijdelijke arbeid en de uitzendarbeid
Vroegere situatie
Behoudens strijdige overeenkomsten werden de eerste 3 arbeidsdagen als proeftijd beschouwd. Tot bij het verstrijken van die tijdsduur mocht ieder van de partijen de overeenkomst beëindigen zonder opzegging noch vergoeding.
Ingeval een uitzendkracht, via opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor uitzendarbeid, in dezelfde functie, op dezelfde arbeidspost en bij dezelfde gebruiker tewerkgesteld werd, waren opeenvolgende proeftermijnen verboden.
In een overeenkomst betreffende de tijdelijke arbeid en de uitzendarbeid werden de eerste 3 arbeidsdagen automatisch als proeftijd beschouwd, tenzij de partijen een kortere/langere termijn overeenkwamen. Deze proeftijd was dus niet vast en verplicht.
Tot bij het verstrijken van die tijdsduur, mocht ieder van de partijen de overeenkomst beëindigen, zonder opzegging noch vergoeding.
Nieuwe situatie
Behoudens strijdige overeenkomst worden de eerste drie arbeidsdagen als proeftijd beschouwd. Tot bij het verstrijken van die tijdsduur mag ieder van de partijen de overeenkomst beëindigen, zonder opzegging noch vergoeding.
Nieuw is de mogelijkheid om een afwijkende proefperiode op te nemen in de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid. De voorziene proefperiode moet in verhouding zijn met de verwachte duur van de overeenkomst en de aard van het werk.
Indien een uitzendkracht, via opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor uitzendarbeid, in dezelfde functie bij dezelfde gebruiker tewerkgesteld wordt, zijn opeenvolgende proeftermijnen verboden.
Indien een werknemer via opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor uitvoering van tijdelijke arbeid in dezelfde functie wordt tewerkgesteld, zijn opeenvolgende proefperiodes verboden.
Bron:
- Wet van 7 oktober 2022 houdende omzetting van Richtlijn (EU 2019/1152 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden in de Europese Unie (1), BS 31 oktober 2022.
Dit bericht delen: