Wat moet ik afleveren aan mijn werknemer die uit dienst gaat en van een mobiliteitsvergoeding genoot?
Een werknemer kan ervoor opteren om zijn bedrijfswagen in te ruilen en hiervoor een bepaald bedrag te ontvangen. Dit systeem staat bekend als ‘cash for cars’.
Om in aanmerking te kunnen komen voor een mobiliteitsvergoeding moeten een aantal voorwaarden nageleefd worden in hoofde van de werkgever en werknemer.
Een werknemer moet in de voorbije 36 maanden minstens 12 maanden over een bedrijfswagen beschikken of beschikt hebben EN moet op het moment van de aanvraag minstens 3 maanden beschikken over een bedrijfswagen.
De wetgeving voorziet specifieke situaties waarin de hierboven vermelde voorwaarden minder stringent toegepast worden. Eén van deze geviseerde situaties betreft de situatie waarin de werknemer bij zijn vorige werkgever al een mobiliteitsvergoeding genoot.
In het Belgisch Staatsblad van 27 december 2018 verschenen de modaliteiten die door de ex-werkgever nageleefd moeten worden indien zijn ex-werknemer een mobiliteitsvergoeding genoot.
De werkgever moet - uiterlijk op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst ten einde loopt met de werknemer die een mobiliteitsvergoeding genoot - een document aan deze werknemer overmaken dat de noodzakelijke elementen bevat met het oog op de aanvraag bij zijn nieuwe werkgever voor het verkrijgen of verderzetten van een mobiliteitsvergoeding.
Dit document moet verplicht de volgende vermeldingen bevatten:
- cataloguswaarde van de terbeschikkinggestelde bedrijfswagen;
- de waarde van de CO2-uitstoot van de terbeschikkinggestelde bedrijfswagen, uitgedrukt in gr/km;
- het type brandstof van de terbeschikkinggestelde bedrijfswagen;
Daarnaast moet indien van toepassing het document de volgende vermeldingen nog bevatten:
- de gehele of gedeeltelijke tenlasteneming door de werkgever van de brandstofkosten verbonden met het persoonlijk gebruik van de terbeschikkinggestelde bedrijfswagen;
- de eigen bijdrage die door de werknemer werd betaald voor de terbeschikkinggestelde bedrijfswagen gedurende de laatste maand voor de inlevering ervan;
- het feit dat de toekenning van de bedrijfswagen werd gekoppeld aan een gehele of gedeeltelijke vervanging of omzetting van loon, premies, voordelen in natura of enig ander voordeel of aanvulling hierbij, al dan niet bijdrageplichtig voor de sociale zekerheid;
- het bedrag van de mobiliteitsvergoeding die aan de werknemer werd toegekend op datum van het einde van de arbeidsovereenkomst, evenals alle elementen op basis waarvan de waarde op jaarbasis van het gebruiksvoordeel van de ingeleverde bedrijfswagen die aan de basis lag van deze mobiliteitsvergoeding werd vastgesteld, overeenkomstig Hoofdstuk III, Afdeling 3, van de voornoemde wet van 30 maart 2018;
- de datum waarop de bedrijfswagen door de werknemer werd ingeleverd in ruil voor een mobiliteitsvergoeding.
Bron:
- Wet van 30 maart 2018 betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding, BS 7 mei 2018.
- Koninklijk besluit van 16 december 2018 tot bepaling van de nadere regels volgens dewelke inlichtingen noodzakelijk met het oog op de aanvraag van een mobiliteitsvergoeding door de werknemer aan zijn nieuwe werkgever worden bezorgd, BS 27 december 2018.
Dit bericht delen: