Vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid bis-variant: administratieve verduidelijkingen
De bis-variant van de gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid werd in 2024 retroactief ingevoerd. Deze bis-variant bestaat naast de klassieke gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid. Hij is tijdelijk en is van toepassing op de bezoldigingen die betaald of toegekend worden van 1 januari 2021 tot 31 december 2026.
Een recente circulaire verduidelijkt de toepassing van de bis-regeling en geeft voorbeelden.
Herhaling context
Om in aanmerking te komen voor de gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid, moeten de ploegen hetzelfde werk verrichten qua omvang.
Aangezien het begrip "zelfde omvang van het werk" moeilijk te interpreteren is, heeft de regering in 2024 een alternatieve flexibelere tijdelijke maatregel ingevoerd: de bis-variant. Dit alternatief vereist niet dat ploegen hetzelfde werk verrichten qua omvang.
De vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid kan dus ook worden toegepast voor ploegen waarvan het werk qua omvang niet hetzelfde is. Het bedrag van de vrijstelling zal echter verlaagd worden in verhouding tot het verschil in werk qua omvang tussen de opeenvolgende ploegen.
Ondernemingen die een systeem van volcontinu arbeid toepassen, kunnen de bis-variant ook genieten, op voorwaarde dat ze voldoen aan de specifieke voorwaarden voor vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor volcontinu arbeid.
Omvang van het variabele werk: verduidelijkingen en voorbeelden
Ondernemingen waarin de omvang van het werk van de ploegen varieert volgens piek- en daluren en ondernemingen waarin de omvang van het werk van de ploegen vergelijkbaar maar niet dezelfde is, kunnen geen aanspraak maken op de toepassing van de vrijstelling in haar klassieke variant.
De wettekst verduidelijkt echter niet aan de hand van welke criteria de 'omvang' van het werk verricht door een ploeg geëvalueerd moet worden. Dit is een feitenkwestie waarbij rekening gehouden moet worden met de concrete aard van het door de ploegen geleverde werk. In principe moet de omvang van het werk van de ploeg gemeten worden aan de hand van de output van het werk van de ploeg.
Om praktische redenen kan de output van het werk in bepaalde gevallen moeilijk te meten of te controleren zijn.
Een criterium dat in de praktijk vaak gebruikt wordt om de omvang van het werk verricht door een ploeg te meten, is het aantal leden van de ploeg. Met andere woorden, het aantal leden van een ploeg kan en zal richtinggevend zijn om uit te maken of die ploeg hetzelfde werk verricht qua omvang, als de daaropvolgende ploeg.
In dit verband verduidelijkt de circulaire dat de fiscale administratie een verschil in omvang van het werk tussen de opeenvolgende ploegen toelaat van maximaal 10 % berekend als volgt: het verschil tussen het aantal leden van de grootste ploeg en het aantal leden van de kleinste ploeg gedeeld door het aantal leden van de grootste ploeg. Binnen de grenzen van deze tolerantie wordt de bij de werkgever vastgestelde afwijking op het aantal leden van de ploeg geacht het resultaat te vormen van gebeurtenissen die zich buiten de wil van de werkgever voordoen.
Dit verschil in omvang van het werk van 10 % wordt dag per dag, en per ploegenstelsel afgetoetst. Wanneer voor iedere werkdag van de maand het verschil in omvang van het werk maximaal 10 % is, mag de werkgever voor die maand de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor 'klassieke ploegenarbeid' toepassen. Het staat de werkgever vrij om een hogere afwijking van het aantal leden van de ploeg ten opzichte van zijn intentie die het resultaat vormt van omstandigheden die zich buiten zijn wil voordoen toe te passen (bv. werknemer afwezig na een ongeval op weg naar het werk) wanneer deze afwijking aangetoond kan worden door de werkgever.
Daarnaast kunnen ook andere feitelijke elementen dan het aantal leden binnen een ploeg, een invloed hebben op de omvang van het werk verricht door die ploeg en dus nuttig zijn bij de beoordeling van de voorwaarde 'hetzelfde werk qua omvang'. Als de vroege ploeg bijvoorbeeld 10 uur per dag werkt en 8 werknemers telt, en opgevolgd wordt door een late ploeg die 8 uur per dag werkt maar 10 werknemers telt, dan kan er dus nog steeds sprake zijn van hetzelfde werk qua omvang.
Kwalificatie van 'onderneming waarin ploegenarbeid wordt verricht'
Binnen een onderneming kunnen er verschillende ploegenstelsels bestaan.
De onderneming zal iedere maand voor elk ploegenstelsel moeten beslissen of dit stelsel beantwoordt aan de definitie van 'klassieke ploegenarbeid', dan wel aan de definitie van 'ploegenarbeid-bis'.
De toegepaste vrijstelling kan verschillen van maand tot maand. De circulaire verduidelijkt verschillende situaties die zich binnen de onderneming kunnen voordoen.
Berekening van de één derde-norm voor iedere werknemer
Voor iedere werknemer moet de één derde-norm berekend worden. Deze wordt voor iedere vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing apart berekend.
Voor de werknemer die in de loop van de maand zowel 'klassieke ploegenarbeid' als 'klassieke volcontinu arbeid' heeft verricht, wordt de 'één derde-norm' berekend rekening houdend met zowel de in ploegenarbeid als de in volcontinu arbeid gepresteerde arbeidsuren gedurende die maand. Hetzelfde geldt voor een werknemer die in de loop van de maand zowel 'ploegenarbeid-bis' als 'volcontinu arbeid-bis' verricht heeft.
Als voor een bepaalde werknemer zowel voldaan is aan de één derde-norm voor de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor 'klassieke ploegenarbeid' als de één derde-norm voor de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor 'ploegenarbeid-bis', dan moet de werkgever een keuze maken uit één van deze vrijstellingen.
Berekeningen en voorbeelden
De circulaire legt ook de stappen uit voor het berekenen van de vrijstelling ploegenarbeid-bis en illustreert de verschillende opmerkingen met voorbeelden.
Vragen?
Contacteer ons vrijblijvend via juridische-dienst@easypay-group.com
Bron:
- Circulaire 2025/C/50 van 30 juli 2025 over de 'vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid', wat betreft de voorwaarde 'de ploegen doen hetzelfde werk zowel qua inhoud als qua omvang'.
Dit bericht delen: