Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing voor werken in onroerende staat: update 2020!
In 2018 werd een nieuwe fiscale gunstmaatregel ingevoerd voor werkgevers die werknemers tewerkstellen in ploegen die werken in onroerende staat op locatie uitvoeren.
Met het oog op 2020 worden zowel het toe te kennen uurloon als het vrij te stellen percentage verhoogd.
Voorwaarden (met nieuw uurloon!)
Ter herinnering brengen wij nog even de voorwaarden om te genieten van de gedeeltelijke vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing voor werken in onroerende staat in kaart:
- De werken worden verricht in één of meerdere ploegen van minstens 2 personen, met uitsluiting van studenten verbonden met een studentenovereenkomst en leerlingen in alternerende opleiding, die hetzelfde of complementair werk doen zowel qua inhoud als qua omvang;
- Het gaat om werken in onroerende staat, zoals die omschreven worden in artikel 20, tweede paragraaf van het KB nr. 1 van 29 december 1992 m.b.t. BTW;
- De werken worden verricht op locatie;
- Een bruto-uurloon ten bedrage van minstens 13,75 EUR (niet-geïndexeerd)/14,19 EUR (nieuw bedrag 2020!), voor de inhouding van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage, wordt toegekend aan de betrokken werknemers in ploeg. Dit minimaal uurloon geldt niet voor studenten verbonden met een studentenovereenkomst en leerlingen in alternerende opleiding.
De werknemers moeten minstens 1/3de van hun arbeidstijd in een bepaalde maand gewerkt hebben in een ploeg waarvan bovenvermelde voorwaarden vervuld zijn.
Grootte van de vrijstelling?
De gedeeltelijke vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing voor werken in onroerende staat bedroeg in 2019 nog 6%, maar wordt voor 2020 verhoogd naar 18%.
Bron:
- Wet van 28 april 2019 houdende diverse fiscale bepalingen en tot wijziging van artikel 1, §1ter van de wet van 5 april 1955, BS 43455.
Dit bericht delen: