Vraagt u de werkhervattingspremie aan?
De Programmawet van 26 december 2022 creëerde het wetgevend kader voor de werkhervattingspremie.
Werkgevers kunnen een werkhervattingspremie van 1.000 EUR ontvangen indien een langdurig zieke werknemer een toegelaten activiteit hervat. Hiervoor moeten bepaalde voorwaarden vervuld worden.
Niettegenstaande een KB nog de nadere voorwaarden moet vastleggen, verduidelijkte het RIZIV deze maatregel recent.
Te vervullen voorwaarden
De werkhervattingspremie kan toegekend worden aan een werkgever van een werknemer of werkloze die minstens één jaar arbeidsongeschikt is en die een aan zijn gezondheidstoestand aangepast werk tijdens zijn arbeidsongeschiktheid hervat met de toestemming van de adviserend arts van zijn ziekenfonds.
Dit geldt zowel voor werknemers die bij aanvang van de arbeidsongeschiktheid door een arbeidsovereenkomst verbonden zijn met de werkgever als voor nieuw aangeworven werknemers.
Ook een zelfstandige die minstens één jaar arbeidsongeschikt is, die een aan zijn gezondheidstoestand aangepast werk tijdens zijn arbeidsgeschiktheid hervat met de toestemming van de adviserend arts van zijn ziekenfonds, komt in aanmerking.
Daarnaast moet de werknemer de toegestane arbeid minstens drie maanden (vóór 1 oktober 2025) verricht hebben op basis van:
- een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur;
- een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur die bij de aanvang van de toegestane arbeid een verwachte duur heeft van ten minste drie maanden, berekend van datum tot datum;
- een overeenkomst in het kader van een alternerende opleiding die bij de aanvang van de toegelaten arbeid een verwachte duur heeft van minstens drie maanden, berekend van datum tot datum;
- een tijdelijke aanstelling voor bepaalde duur in een onderwijsinstelling van de Gemeenschappen, provincies, instellingen ondergeschikt aan de provincies, gemeenten, samenwerkingsverbanden van gemeenten en instellingen van openbaar nut, die bij aanvang van de toegelaten arbeid een verwachte duur heeft van ten minste drie maanden, berekend van datum tot datum;
- een tijdelijke aanstelling voor onbepaalde duur in een onderwijsinstelling van de Gemeenschappen, provincies, instellingen ondergeschikt aan de provincies, gemeenten, samenwerkingsverbanden van gemeenten en instellingen van openbaar nut;
- een statutaire benoeming;
- een stage met het oog op een statutaire benoeming in de openbare sector.
Ten slotte moet de verrichte arbeid:
- ofwel bezoldigde arbeid zijn die valt onder de Belgische sociale zekerheid voor werknemers (RSZ-wet van 27 juni 1969 - onderworpen aan minstens één sector (dus ook een statutaire tewerkstelling));
- ofwel een gelijkaardige activiteit zijn die onderworpen is aan de socialezekerheidswetgeving van een vreemd land waarmee België verbonden is door een internationaal of supranationaal instrument inzake coördinatie van sociale zekerheid;
- ofwel een gelijkaardige activiteit in dienst van een internationale of supranationale organisatie zijn.
Bepaalde vormen van arbeid worden uitdrukkelijk uitgesloten. Denk hierbij onder meer aan een tewerkstelling verricht buiten het normale arbeidscircuit in een onderneming die valt onder paritair comité 327 voor beschutte werkplaatsen, sociale werkplaatsen en maatwerkbedrijven en een flexi-jobtewerkstelling.
Een volledig overzicht vindt u hier terug.
Omvang
De werkhervattingspremie bedraagt 1.000 EUR. Er kan slechts één werkhervattingspremie per werknemer toegekend worden.
Aanvraag en uitbetaling
De werkhervattingspremie wordt elektronisch aangevraagd bij het ziekenfonds. Dit kan ten vroegste na het einde van de (eerste) drie maanden van aangepast werk.
Het ziekenfonds betaalt de werkhervattingspremie uit indien de voorwaarden vervuld zijn. Deze betaling gebeurt ten laatste op het einde van de tweede kalendermaand na de kalendermaand waarin de aanvraag werd ingediend.
Bron:
- Berichtgeving RIZIV ‘Werkhervattingspremie’.
Dit bericht delen: