Versoepelingen arbeidsduur bij progressieve werkhervatting
Tijdens een progressieve werkhervatting kan een werknemer die niet meer of nog niet geschikt is voor het werk, een verminderde of aangepaste activiteit uitoefenen tijdens de erkende periode van arbeidsongeschiktheid.
Om de re-integratie van de gedeeltelijke arbeidsongeschikte werknemer in flexibeler vormen te laten plaatsvinden, zal vanaf 16 oktober 2022 komaf gemaakt worden met de één derde regel bij progressieve werkhervatting.
Eén derde regel
Bij deeltijdse arbeid moet de wekelijkse arbeidsduur in principe één derde bedragen van de voltijdse wekelijkse arbeidsduur van de werknemers van dezelfde categorie in de onderneming. Bij ontstentenis van voltijdse werknemers van dezelfde categorie in de onderneming, moet verwezen worden naar de arbeidsduur die van toepassing is in dezelfde bedrijfssector.
Deze regel wordt vaak de “1/3de regel” genoemd.
Op dit principe bestaan een aantal uitzonderingen. Zo speelt deze beperking niet voor studenten onderworpen aan solidariteitsbijdragen.
De wetgeving op de deeltijdse tewerkstelling zal vanaf 16 oktober 2022 uitdrukkelijk bepalen dat de één derde regel niet speelt bij progressieve werkhervatting indien de werknemer hierin toestemt.
Bron:
- Koninklijk besluit van 23 september 2022 tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 1992 betreffende de afwijkingen van de minimale wekelijkse arbeidsduur van de deeltijds tewerkgestelde werknemers vastgesteld bij artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, BS 6 oktober 2022.
Dit bericht delen: