Vaccinatieverlof komt er toch!
Nu de uitnodigingen voor de vaccinatie tegen het COVID-19-coronavirus massaal de deur uitgaan, vragen menig werkgever en werknemer zich af of de werknemer hiervoor van het werk afwezig kan zijn met loonbehoud.
Niettegenstaande deze vraag tot op heden ontkennend beantwoord moet worden, komt hier binnenkort verandering in.
Recent keurde de ministerraad een voorontwerp van wet goed dat voorziet in de herinvoering van het recht op klein verlet voor werknemers met het oog op het toegediend krijgen van een vaccin ter bescherming tegen het coronavirus COVID-19.
Hierdoor kan een werknemer met een arbeidsovereenkomst van het werk afwezig zijn, met loonbehoud, om zich te laten vaccineren gedurende de tijd die hiervoor nodig is.
Ook de werknemer die een minderjarig kind dat met hem samenwoont wenst te begeleiden, kan klein verlet opnemen gedurende de tijd die nodig is om dit kind te laten vaccineren. Dit geldt ook voor de begeleiding bij de vaccinatie van een samenwonende meerderjarige met een handicap of onder voogdij, ongeacht of het om een eigen kind gaat of om iemand over wie de werknemer het wettelijk voogdijschap uitoefent, en dit gedurende de tijd die hiervoor nodig is.
De werknemer moet zijn werkgever vooraf verwittigen zodra hij het tijdstip of het tijdslot van de vaccinatie kent. Op verzoek van de werkgever dient de werknemer hiervan het bewijs voor te leggen. Het verlof moet gebruikt worden voor het doel waarvoor het is toegestaan.
Bovenvermelde maatregel zou gelden in de periode van 1 oktober 2022 tot en met 31 december 2022. Indien de omstandigheden het vereisen, kan deze einddatum bij een besluit vastgesteld na overleg in de ministerraad worden uitgesteld tot uiterlijk 31 maart 2023.
Let wel: bovenvermelde is gebaseerd op ontwerpwetgeving en bijgevolg nog aan wijzigingen onderhevig.
Bron:
- Berichtgeving federale ministerraad van 30 september 2022 ‘Herinvoering van het recht op betaalde afwezigheid voor de vaccinatie tegen het COVID-19-coronavirus’.
Dit bericht delen: