Uitzendarbeid wordt eindelijk mogelijk in (sommige) federale overheidsdiensten en -bedrijven!
In het Belgisch Staatsblad zijn twee KB’s verschenen waardoor het voor sommige federale overheidsdiensten en overheidsbedrijven mogelijk zal worden om vanaf 1 februari 2019 uitzendkrachten tewerk te stellen.
Beperkt toepassingsgebied
Het nieuwe KB is enkel van toepassing op de volgende “diensten”:
- De overheidsbedrijven die vallen onder de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;
- De diensten die vallen onder de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken;
- HR Rail;
- Enabel (Belgisch Ontwikkelingsagentschap);
- De Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden;
- Het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie;
- Het Federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers.
Niet alle vormen van uitzendarbeid
Bovengenoemde overheidsdiensten of –bedrijven kunnen een beroep doen op uitzendarbeid in de volgende gevallen:
- de tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid van wie de uitvoering van de arbeidsovereenkomst geschorst of beëindigd is;
- de tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid die zijn arbeidsprestaties heeft verminderd in het kader van een loopbaanonderbreking, voor zover de wijziging van de arbeidsvoorwaarden niet voor een onbepaalde tijd werd gesloten;
- de tijdelijke vervanging van een statutair personeelslid die zijn functie niet of slechts deeltijds uitoefent;
- de tijdelijke vermeerdering van werk;
- de uitvoering van een uitzonderlijk werk.
Bovendien kunnen de autonome overheidsbedrijven een beroep doen op uitzendarbeid met motief “instroom”, doch enkel in sectoren opengesteld voor mededinging.
Uitzendarbeid blijft sowieso steeds verboden in geval van staking of lock-out.
Opeenvolgende dagcontracten
Het KB staat opeenvolgende dagcontracten toe op voorwaarde dat de nood aan flexibiliteit kan worden bewezen door de gebruiker. Er is sprake van nood aan flexibiliteit wanneer het werkvolume bij de gebruiker grotendeels afhankelijk is van externe factoren of het werkvolume sterk fluctueert of gekoppeld is aan de aard van de opdracht.
Procedures en informatieverstrekking
Afhankelijk van de soort dienst en de vorm van uitzendarbeid waar de dienst gebruik van maakt, zijn verschillende procedures van toepassing. Men onderscheidt 3 specifieke situaties.
Situatie 1
De procedures van situatie 1 gelden voor de dienst die ressorteert onder het gebied van een sectorcomité en beroep doet op uitzendarbeid voor:
- de tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid van wie de arbeidsovereenkomst is beëindigd;
- de tijdelijke vermeerdering van het werk;
- de uitvoering van uitzonderlijk werk, meer bepaald:
- het lossen van vrachtwagens of andere vervoersmiddelen en
- werkzaamheden met het oog op kortstondige uitvoering van “gespecialiseerde opdrachten” die een bijzondere beroepsbekwaamheid vereisen.
In deze gevallen dient de dienst telkens voorafgaand te onderhandelen met de representatieve vakorganisaties van het betreffende sectorcomité.
Bovendien moet in het geval van “gespecialiseerde opdrachten” het hoofd van de dienst minstens 24 uur op voorhand de bevoegde ambtenaar hiervan verwittigen.
In bovenstaande gevallen, maar ook in alle andere gevallen van uitzendarbeid, moet het diensthoofd vooraf de representatieve vakorganisaties telkens op de hoogte brengen van de effectieve indienstneming van uitzendkrachten.
Situatie 2
Het autonoom overheidsbedrijf heeft, om beroep te kunnen doen op uitzendarbeid zoals voorzien in situatie 1, quasi dezelfde plichten als de diensten in situatie 1, meer bepaald:
- voorafgaand onderhandelen met de representatieve vakorganisaties in het betreffende paritair comité;
- in geval van “gespecialiseerde opdrachten” minstens 24 uur op voorhand de bevoegde ambtenaar hiervan verwittigen.
In tegenstelling tot in situatie 1, moet het autonoom overheidsbedrijf bijkomend voorafgaandelijk een beroep hebben gedaan op de directeur van de subregionale tewerkstellingsdienst van de plaats waar de dienst is gevestigd (VDAB, FOREM, Actiris).
Tot slot mag het autonoom overheidsbedrijf in het geval van weigering of gebrek aan akkoord na de onderhandeling met de representatieve vakorganisaties, geen beroep doen op uitzendarbeid. Dit laatste is niet letterlijk voorzien in situatie 1 en 3, waardoor in situatie 1 en 3 het onderhandelen volstaat (er is geen akkoord nodig, noch een weigering).
Merk op dat, ook in tegenstelling tot situatie 1 en 3, hier geen sprake is van een voorafgaande meldingsplicht in geval van effectieve indienstneming.
Situatie 3
Alle andere diensten die niet onder situatie 1 of 2 vallen en die beroep willen doen op de vormen van uitzendarbeid zoals voorzien in situatie 1, kunnen dit voor zover het uitzendbureau de naam en het adres van de gebruiker en zijn identificatienummer bij de Kruispuntbank van Ondernemingen op elektronische wijze meedeelt aan het Fonds voor bestaanszekerheid voor de uitzendkrachten.
Ook hier moet het hoofd van de dienst in geval van “gespecialiseerde opdrachten” minstens 24 uur op voorhand de bevoegde ambtenaar hiervan verwittigen.
In bovenstaande gevallen, maar ook in alle andere gevallen van uitzendarbeid, moet het diensthoofd vooraf de representatieve vakorganisaties telkens op de hoogte brengen van de effectieve indienstneming van uitzendkrachten.
In tegenstelling tot in situatie 1, moet de dienst bijkomend voorafgaandelijk een beroep hebben gedaan op de directeur van de subregionale tewerkstellingsdienst van de plaats waar de dienst is gevestigd (VDAB, FOREM, Actiris).
Duur van de uitzendarbeid
Principe
Er is een maximale periode van 12 maanden voorzien, met inbegrip van eventueel verlengingen.
Uitzondering
Voor de autonome overheidsbedrijven in sectoren opengesteld voor mededinging echter is de tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid van wie de uitvoering van de arbeidsovereenkomst is geschorst, beperkt tot de duur van de schorsing.
Instroom
In geval van “instroom” (enkel mogelijk bij autonome overheidsbedrijven in sectoren opengesteld voor mededinging) is een minimumduur van 1 maand en een maximumduur van 6 maanden voorzien.
Per vacante betrekking zijn niet meer dan 3 pogingen voor maximaal 6 maanden per uitzendkracht toegelaten binnen een periode van, in totaal, maximum 9 maanden.
Voor de berekening van de maximale duur van negen maanden dient rekening te worden gehouden met de periodes van activiteit van de uitzendkracht bij het autonome overheidsbedrijf voor de invulling van de vacante betrekking bij het autonome overheidsbedrijf.
Een vaste indienstneming na het gebruik van het motief “instroom” kan enkel via een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur.
Vooraleer gebruik te kunnen maken van het motief “instroom” dient men de representatieve vakorganisaties te informeren en te raadplegen. Die informatieverstrekking en raadpleging hebben betrekking op de motivering om een beroep te doen op deze vorm, de betrokken werkpost of werkposten, de betrokken functie of functies, die duidelijk moeten worden beschreven.
Rapportering en monitoring
Elke dienst moet jaarlijks aan de FOD Beleid en Ondersteuning de volgende gegevens meedelen:
- per motief, het aantal uitzendkrachten en de uren die ze gepresteerd hebben;
- de totale kostprijs van de uitzendkrachten.
Inwerkingtreding
Deze nieuwe regels treden in werking op 1 februari 2019.
Bron:
- KB 7 december 2018 inzake de toepassing van uitzendarbeid in bepaalde federale diensten, in overheidsbedrijven en in HR Rail in uitvoering van artikel 48 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, BS 14 januari 2019, 2635;
- KB 7 december 2018 inzake de definiëring van uitzonderlijk werk in uitvoering van artikel 1, § 4 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, BS 14 januari 2019, 2643.
Dit bericht delen: