Thuisladen van elektrische bedrijfswagens: belastingvrije terugbetaling op basis van een specifiek CREG-tarief
De minister van Financiën verduidelijkte recent dat de terugbetaling van elektriciteitskosten bij het thuis opladen van een elektrische bedrijfswagen mag gebeuren op basis van een specifiek CREG-tarief. Op die manier wordt de huidige rechtsonzekerheid weggenomen.
Algemene regel
Wanneer een werkgever een elektrische bedrijfswagen toekent aan zijn werknemer en de elektriciteitskosten voor het opladen thuis vergoedt, dan moet er voor de terugbetaling van de elektriciteit geen bijkomend belastbaar voordeel worden aangegeven indien:
- de thuislader of laadpaal beschikt over een systeem dat registreert en communiceert hoeveel elektriciteit wordt gebruikt voor het opladen van de bedrijfswagen;
- het bedrijfswagenbeleid van de onderneming (CAR policy) voorziet in de terugbetaling van de met de thuislader opgeladen elektriciteit;
- de terugbetaling gebaseerd is op de werkelijke elektriciteitskosten van de werknemer.
Als aan deze cumulatieve voorwaarden is voldaan, is de terugbetaling van de elektriciteitskosten belastingvrij en maakt deze deel uit van het voordeel alle aard van de bedrijfswagen (vergelijkbaar met een tankkaart voor een bedrijfswagen op benzine of diesel).
Praktische uitdagingen voor werkgevers
De laatste voorwaarde, met name de terugbetaling op basis van de werkelijke elektriciteitskosten, zorgt voor praktische uitdagingen. Hoe kan een werkgever de werkelijke elektriciteitskosten van elke werknemer bepalen?
De elektriciteitskosten variëren immers door factoren zoals de woonplaats, het tijdstip van verbruik, het type tarief (vast, variabel of dynamisch) en de aanwezigheid van zonnepanelen.
Werkgevers moeten per werknemer bepalen hoeveel de werknemer betaalt voor de elektriciteit en op basis daarvan de werkelijke kosten terugbetalen. Dit is voor veel werkgevers een administratieve nachtmerrie.
In de praktijk gebruiken werkgevers daarom vaak het gewestelijke CREG-tarief (of VREG-tarief in Vlaanderen) voor de terugbetaling van elektriciteitskosten. Het gebruik van een forfaitair tarief voorkomt administratieve lasten, maar brengt ook het risico op bijkomende belastingen met zich mee als de terugbetaling niet overeenstemt met de werkelijke kosten.
Gebruik van specifiek CREG-tarief als tijdelijke oplossing
Minister van Financiën Vincent Van Peteghem heeft nu verduidelijkt dat er een circulaire in opmaak is en dat de Fiscale Administratie tijdelijk een specifiek CREG-tarief zal aanvaarden. Door de invoering van een specifiek CREG-tarief wil de minister de huidige rechtsonzekerheid bij werkgevers en werknemers wegnemen en de administratieve last verlichten.
Het gaat echter om een tijdelijke oplossing. De terugbetaling op basis van werkelijke kosten blijft het algemene principe. Van zodra de technologische ontwikkelingen het toelaten (bijv. het gebruik van een submeter met een afzonderlijk elektriciteitscontract) wil de minister terug overstappen naar de terugbetaling op basis werkelijke kosten.
Een stap in de goede richting
Reeds in 2022 werd aangekondigd dat er een fiscale circulaire zou komen die de voorwaarden voor de belastingvrije terugbetaling van het thuisladen zou verduidelijken. Minister Van Peteghem heeft bevestigd dat deze circulaire nu eindelijk op komst is en alle bezorgdheden zal wegnemen. Of de circulaire deze belofte zal kunnen inlossen, moeten we nog even afwachten.
De recente bevestiging dat tijdelijk een specifiek elektriciteitstarief mag worden gebruikt, is alvast een stap in de goede richting om de administratieve zorgen voor werkgevers te verlichten.
Het is nog onduidelijk of de RSZ het standpunt van de minister zal volgen. Zodra er hierover meer nieuws is of de circulaire wordt gepubliceerd, zullen we je hierover verder informeren.
Bronnen:
- Kamer, Beknopt verslag plenumvergadering, CRABV 56 dd. 26/09/2024, blz. 8 en 9
- Diverse media.
Dit bericht delen: