Terbeschikkingstelling van werknemers wordt tijdens de coronapandemie soms eenvoudiger!
Omwille van de coronaperikelen worden ondernemingen die onder meer actief zijn in de sectoren zorg, welzijn, maatwerkbedrijven en socio-culturele sector geconfronteerd met situaties waarin er enerzijds een nijpend tekort is aan werknemers en anderzijds situaties waarin er een beperkte werkgelegenheid is.
Om een antwoord te kunnen bieden op de uitdagingen waarmee deze sectoren geconfronteerd worden, voorzien verschillende sectoren op heden in een kaderakkoord dat het mogelijk maakt om werknemers mits het respecteren van bepaalde voorwaarden tijdelijk ter beschikking te stellen aan andere ondernemingen.
Benieuwd wat dit voor u als organisatie kan betekenen? Lees dan even verder!
Principe: terbeschikkingstelling van werknemers is verboden
Even in herinnering brengen, de Belgische wetgeving voorziet een verbod op terbeschikkingstelling van werknemers, tenzij in bepaalde uitdrukkelijk voorziene situaties.
Onder terbeschikkingstelling van werknemers wordt de situatie begrepen waarin een werkgever zijn werknemers uitleent aan een derde persoon die gebruik maakt van de diensten van deze werknemers en over hen (een deel van) het gezag uitoefent dat normaal door de werkgever zelf wordt uitgeoefend.
Maar …
Uitzendarbeid vormt zonder enige twijfel de meest gekende uitzondering op het verbod van terbeschikkingstelling. Maar naast deze uitzondering wordt nog voorzien in een toegestane vorm van toegelaten terbeschikkingstelling voor een beperkte tijd.
Hierdoor kunnen werkgevers hun vaste werknemers voor een beperkte periode uitlenen aan een andere werkgever, zonder dat deze onderneming een uitzendkantoor hoeft te zijn.
Omdat er sprake zou zijn van toegelaten terbeschikkingstelling, moeten de volgende voorwaarden voldaan zijn:
- Het uitlenen van personeel mag niet tot de gewone activiteit(en) behoren van de werkgever die zijn werknemers uitleent;
- Enkel vaste werknemers mogen worden uitgeleend, niet de tijdelijke werknemers;
- De uitlening mag maar voor een beperkte duur gebeuren;
- De voorwaarden en de duur van de uitlening moeten op voorhand worden vastgelegd in een geschrift ondertekend door de werkgever, de gebruiker en de werknemer;
- De werkgever die zijn werknemers uitleent moet daarvoor de voorafgaande toestemming krijgen vanwege het Toezicht op de Sociale Wetten (= de arbeidsinspectie).
Uiteenlopende paritaire comités hebben op heden een kaderakkoord gesloten dat voorziet in de krijtlijnen van deze terbeschikkingstelling.
Denk onder meer aan het PC 152, PC 223, PC 225, PC 304, PC 305, PC 318, PC 318.01, PC 318.02, PC 319 PC 319.01, PC 319.02, PC 327, PC 327.02, PC 327.03, PC 329.01, PC 329.02, PC 329.03, PC 331, PC 332 en PC 337.
In deze kaderakkoorden worden een aantal principes verduidelijkt:
- Behoud van de arbeidsovereenkomst tussen de werkgever en uitgeleende werknemer tijdens de periode van uitlening met behoud van de contractuele verplichtingen;
- De lonen die ontvangen worden mogen niet lager zijn dan diegene die de werknemers ontvangen die dezelfde functie uitoefenen in de onderneming van de gebruiker;
- De gebruiker is verantwoordelijk voor de naleving van de regelgeving m.bt. de arbeidsreglementering en arbeidsbescherming die geldt op de plaats van het werk;
- …
Naast dit kaderakkoord moet er een individuele overeenkomst afgesloten worden tussen de werkgever en betrokken werknemer in het kader van de coronacrisis.
Belangrijk hierbij is dat de werknemer vrij is om al dan niet in te gaan op een verzoek tot uitlening.
Deze overeenkomst bevat een aantal verplichte vermeldingen, zoals:
- De start- en de einddatum van de periode van uitlening;
- De functie en de omschrijving van de uit te voeren taken;
- …
Een modeldocument vindt u hier (COVID-19 - Overeenkomst van uitlening) terug.
Nieuwsgierig?
Contacteer ons met uw vragen! Zorgnet Icuro voorziet alvast een platform om de zoektocht nader op elkaar af te stemmen. Geïnteresseerd? Neem alvast een kijkje hier!
Dit bericht delen: