Sociale verkiezingen 2020: wijziging referteperiode?
In mei 2020 vinden de volgende sociale verkiezingen plaats. Een wetswijziging is hieromtrent op komst. Deze zou rechtstreeks invloed hebben op de komende sociale verkiezingen.
Ondernemingen met een gemiddelde tewerkstelling van minstens 50 werknemers dienen een CPBW te verkiezen. Indien er minstens 100 werknemers tewerkgesteld worden in het bedrijf, dan dient er ook een ondernemingsraad te worden verkozen.
Voor de verkiezingen van 2020 zal er gekeken worden naar het gemiddeld aantal personeel in 2019. 150 dagen voor de dag van de verkiezingen dient de verkiezingsprocedure al te worden opgestart. Dit betekent dat de verkiezingen van mei 2020 dienen opgestart te worden in december 2019. Het probleem is dat veel werkgevers op dat ogenblik niet met zekerheid weten of ze al dan niet verkiezingen moeten organiseren, aangezien de referteperiode nog niet voorbij is.
Een wetsvoorstel stelt nu voor om de referteperiode met één kwartaal te verschuiven. Dit betekent dat de referteperiode niet meer van 1 januari tot en met 31 december zou lopen, maar van 1 oktober tot en met 30 september. Op die manier zou het mogelijk zijn om 150 dagen voor de dag van de verkiezingen met zekerheid te weten of een werkgever al dan niet de verkiezingsprocedure dient op te starten.
Een ander element dat aangehaald wordt in het wetsvoorstel is het kwartaal van de referteperiode die in acht wordt genomen voor uitzendkrachten. Uitzendkrachten worden meegeteld voor de vereiste minimumtewerkstelling. Normaal gezien wordt alleen rekening gehouden met het laatste kwartaal van de referteperiode. Indien de referteperiode effectief verschoven wordt met één kwartaal, dan heeft het kwartaal in kwestie betrekking op de zomerperiode. Dit zou echter een incorrect beeld geven van de tewerkstelling in een bedrijf. Het wetsvoorstel stelt dus voor om ook dit kwartaal eveneens te verschuiven. Alleen uitzendkrachten tewerkgesteld van 1 april tot en met 30 juni zouden meetellen voor de tewerkstellingsgraad.
Ten slotte zouden ondernemingen met een gemiddelde tewerkstelling van minstens 100 werknemers niet langer verplicht worden om een bijzonder register bij te houden waarin de uitzendkrachten ingeschreven worden. Tot nu toe is dit een administratieve verplichting maar deze plicht zou dus wellicht verdwijnen.
Het betreft hier nog maar een wetsvoorstel. Er dienen nog adviezen en goedkeuringen te worden gegeven om een definitieve wetgeving te bekomen.
Bron:
- Diverse persberichten.
Dit bericht delen: