Progressieve werkhervatting - Belangrijke wijzigingen op komst
Maximale duurtijd progressieve werkhervatting voorzien
Allereerst wijzigt de duurtijd tijdens dewelke een werknemer de toelating kan krijgen van de adviserend geneesheer van het ziekenfonds om het werk gedeeltelijk te hervatten.
In tegenstelling tot op heden wordt in een beperking van maximaal twee jaar voorzien. De maximale duurtijd van de progressieve werkhervatting mag in totaal (verlengingen inclusief) dus niet meer bedragen dan twee jaar.
Deze wijziging treedt in werking voor nieuwe trajecten progressieve werkhervatting vanaf 1 april 2018. Vóór 1 april 2019 zullen adviserende artsen van het ziekenfonds bovendien een einde stellen aan de lopende toelatingen van vóór 1 april 2018 of aan de toelatingen die initieel voor onbepaalde duur werden voorzien.
Aanpassing van de ongeschiktheidsuitkeringen
Op heden wordt de ziekte- en invaliditeitsuitkering die een werknemer krijgt bij volledige arbeidsongeschiktheid steeds verminderd met een bepaald percentage in functie van het inkomen uit de gedeeltelijke werkhervatting.
Binnenkort zal voor het bepalen van de ongeschiktheidsuitkeringen rekening gehouden worden met de tewerkstellingsbreuk. Zo zullen de gepresteerde uren tijdens de gedeeltelijke werkhervatting in verhouding tot de uren van een voltijdse werknemer in deze functie bepalen met hoeveel de arbeidsongeschiktheidsuitkering vermindert. Werknemers die maximaal 20% van een voltijdse werknemer in dezelfde functie werken zullen geen uitkering verliezen.
Deze nieuwe berekeningswijze zal worden toegepast vanaf 1 april 2018.
De regelgeving voorziet bovendien in een overgangsregeling tot 1 juli 2018 voor zij die vóór 1 april 2018 in een regeling van gedeeltelijke werkhervatting zitten. Tot 1 juli 2018 geldt voor hen de meest gunstige berekeningswijze.
Wijzigingen in het kader van moederschapsbescherming (werkverwijdering)
Tot slot wordt ook de formule voor de berekening van de uitkering bij werkverwijdering voor de vrouwelijke werknemers aangepast.
Bij een aangepast of ander werk met loonverlies in het kader van moederschapsbescherming zal de daguitkering voortaan als volgt worden berekend:
(Brutoloon voor het normale werk – beroepsinkomen uit de aangepaste arbeid)* x 60%
* (resultaat begrensd tot 3.633,21 EUR, loongrens op 01.01.2018).
Deze regels zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2018.
Bron:
- KB 04.02.2018 tot wijziging van het KB van 03.07.1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14.07.1994, BS 09.02.2018, 2018200777.
Dit bericht delen: