PC 112 - Garagebedrijf: Nationaal Akkoord 2019-2020
Op 26 juni 2019 werd tussen de sociale partners van het Paritair Comité voor het Garagebedrijf (PC 112) een akkoord ondertekend waarin een aantal afspraken werden vastgelegd met betrekking tot de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de periode 2019-2020.
Het nieuwe akkoord heeft uitwerking vanaf 1 juli 2019.
Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste bepalingen.
Koopkracht
Verhoging van de minimumlonen en effectieve lonen
Met ingang van 1 juli 2019 worden alle minimumlonen en effectieve lonen met 1,1% verhoogd, behalve in bedrijven waar een alternatieve ondernemingsenveloppe is voorzien.
Het alternatief moet gelijkwaardig zijn aan een verhoging van de loonmassa met 1,1%, onder loonmassa wordt begrepen de effectieve bruto uurlonen alsook bijhorende sociale lasten.
In ondernemingen met een vakbondsafvaardiging dient een dergelijk alternatief in twee stappen vastgelegd:
- Voorafgaandelijk dienen de werkgever en alle in de onderneming vertegenwoordigde werknemersorganisaties akkoord te gaan met een bedrijfseigen besteding van de enveloppe. In ondernemingen met meerdere zetels wordt de beslissing genomen op groepsniveau.
- Indien aan deze eerste voorwaarde werd voldaan, dan dient uiterlijk op 30 september 2019 een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) op ondernemingsniveau opgesteld waarin de modaliteiten van het alternatief zijn uitgewerkt.
In ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging dient dezelfde procedure gevolgd, waarbij het akkoord van alle in het Paritair Comité vertegenwoordigde werknemersorganisaties vereist is.
Eindejaarspremie
Vanaf 1 januari 2020 vervalt de voorwaarde van minstens 3 maanden anciënniteit in de onderneming voor de betaling van de eindejaarspremie.
Eveneens vanaf 1 januari 2020 worden volgende schorsingen voor de eindejaarspremie gelijkgesteld met effectieve prestaties:
- Profylactisch verlof
- Adoptieverlof
- Pleegouderverlof
- Verlof medische bijstand (max. 3 maanden per referteperiode per arbeider)
- Palliatief verlof
Sociaal Fonds en werkbaar werk
Terugbetaling kosten kinderopvang
Vanaf 1 januari 2019 tot en met 31 december 2021 kunnen arbeiders aanspraak maken op een terugbetaling van de kosten voor kinderopvang door het Fonds voor Bestaanszekerheid.
Deze terugbetaling geldt voor de kosten voor opvang van kinderen tot de leeftijd van 3 jaar in een gezins- of groepsopvang erkend door Kind & Gezin of door l’Office de la Naissance et l’Enfance en bedraagt 3 EUR per dag met een maximum van 300 EUR per jaar.
Vergoeding loopbaanbegeleiding
Arbeiders die in het kader van een loopbaangesprek of op eigen initiatief een beroep doen op loopbaanbegeleiding kunnen tijdens de periode vanaf 1 juli 2019 tot en met 30 juni 2021 aanspraak maken op een terugbetaling van de kosten door het Sociaal Fonds.
Deze terugbetaling stemt overeen met de kostprijs van de loopbaancheques die de arbeider bij de VDAB heeft besteld. Voor arbeiders die geen recht hebben op loopbaancheques bedraagt de tussenkomst maximum 80 EUR per periodes van zes jaar.
Eindeloopbaanplanning
Vanaf 1 juli 2019 tot en met 30 juni 2021 kunnen arbeiders van ten minste 58 jaar, in het kader van eindeloopbaanplanning, met akkoord van de werkgever en op vrijwillige basis, hun loopbaan als volgt wijzigen:
- overgang naar een alternatieve functie;
- aanstelling als peter in het kader van een peterschapstraject;
- overgang van een ploegen- of nachtregime naar een dagregime;
- overgang van een voltijdse tewerkstelling naar een 4/5de arbeidsregime (pas vanaf 60 jaar).
De arbeider die zijn loopbaan wijzigt heeft recht op een maandelijkse bruto vergoeding die het verschil compenseert tussen het brutoloon voor en na de loopbaanwijziging, weliswaar met een maximum van 160 EUR bruto per maand.
Anciënniteitsverlof
Vanaf 1 juli 2019 heeft de arbeider recht op één anciënniteitsverlofdag vanaf 18 jaar in de onderneming.
Klein verlet bij overlijden
In geval van overlijden wordt de periode voor opname van het klein verlet verlengd naar 30 dagen volgend op de dag van het overlijden.
Het klein verlet bij overlijden van de echtgeno(o)t(e), van een kind van de arbeid(st)er of de echtgeno(o)t(e) van een door de arbeider opgevoed kind, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder wordt verhoogd naar 5 dagen indien deze personen inwonend zijn.
Stand-by
Vanaf 1 juli 2019 heeft de arbeid(st)er recht, op zijn/haar vraag, op een rustpauze van 11 uur tussen de prestaties in het kader van een stand-by regeling en het begin van het normale uurrooster.
Opleidingen
Instroom
De sociale partners engageren zich tot volgende initiatieven ter bevordering van de instroom:
- De werkgever die in de periode van 1 juli 2019 tot en met 30 juni 2021 een nieuwe arbeider aanwerft met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur, kan tijdens deze periode aanspraak maken op vier opleidingsdagen uit het aanbod van EDUCAM.
- Na 6 maanden anciënniteit heeft deze arbeider recht op één opleidingsdag te kiezen uit het aanbod van EDUCAM.
- Deze opleiding geeft recht op een premiekrediet van 100 EUR per opleidingsdag.
In het kader van de peterschapsopleiding heeft de werkgever recht op één terugkeermoment, met een premiekrediet van 100 EUR voor een terugkeermoment van 8 uren en een premiekrediet van 50 EUR voor een terugkeermoment van 4 uren, voor de periode vanaf 1 juli 2019 tot en met 30 juni 2021.
Arbeidstijd en flexibiliteit
Invoering nieuwe arbeidstijdregelingen
Vanaf 1 juli 2019 kunnen de bandencentrales (met als hoofdactiviteit de reparatie, het afnemen, het uitbalanceren, het opleggen van banden) en tweewielerbedrijven (met als hoofdactiviteit NACE-code 45402) nieuwe arbeidstijdregelingen invoeren, zij het via een specifieke procedure, waarbij bovendien een onderscheid wordt gemaakt tussen ondernemingen met meer of minder dan 15 arbeiders.
Voor tweewielerbedrijven is volgende regeling mogelijk:
- Een piekperiode van maximum 6 weken in de maanden april, mei en juni.
- De tijdens deze piekperiode gepresteerde uren dienen te worden ingehaald vóór 31 december van hetzelfde kalenderjaar.
- Tijdens de piekperiode kan maximum 10 uren per dag en 45 uren per week worden gewerkt.
- Er wordt betaalde bijkomende inhaalrust toegekend, waarbij één uur prestatie tijdens piekmomenten gelijk is aan anderhalf uur inhaalrust tijdens dalmomenten.
Voor de bandencentrales is volgende regeling mogelijk:
- Een piekperiode van maximum 6 weken in de maanden oktober, november en december.
- De tijdens de piekperiode gepresteerde uren worden ingehaald vóór 30 september van volgend kalenderjaar.
- Tijdens de piekperiode kan maximum 10 uren per dag en 50 uren per week worden gewerkt.
- Er wordt betaalde bijkomende inhaalrust toegekend, waarbij voor prestaties tussen 38 uren en 44 uren per week tijdens piekmomenten één uur prestatie tijdens een piekmoment gelijk is aan anderhalf uur inhaalrust tijdens dalmomenten en voor prestaties tussen 44 uren en 50 uren per week één uur prestatie tijdens piekmomenten gelijk is twee uur inhaalrust tijdens dalmomenten.
Vrijwillige overuren en interne grens
Het aantal vrijwillige overuren dat niet meetelt voor de interne grens wordt verhoogd van 25 naar maximum 60 uren, mits er voor 30 juni 2020 op ondernemingsvlak een cao wordt afgesloten met alle vakorganisaties vertegenwoordigd in de vakbondsafvaardiging.
Het aantal vrijwillige overuren kan verhoogd worden van 120 tot maximum 150 per kalenderjaar mits er voor 30 juni 2020 op ondernemingsvlak een cao wordt afgesloten met alle vakorganisaties vertegenwoordigd in de vakbondsafvaardiging.
Eindeloopbaan
Tijdskrediet en loopbaanvermindering
Het recht op halftijds of voltijds tijdskrediet met motief tot 24 maanden kan uitgebreid worden tot 51 maanden voor het tijdskrediet met zorg en tot 36 maanden voor tijdskrediet met motief opleiding, dit mits het afsluiten van een cao op ondernemingsvlak.
De leeftijd wordt op 55 jaar gebracht voor arbeiders die hun arbeidsprestaties willen verminderen met 1/5de in het kader van een landingsbaan na 35 jaar loopbaan of in zwaar beroep.
De leeftijd wordt op 57 jaar gebracht voor arbeiders die hun arbeidsprestaties willen verminderen tot een halftijdse tewerkstelling in het kader van een landingsbaan na 35 jaar loopbaan of in een zwaar beroep.
Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT)
Voor de periode van 1 januari 2019 tot en met 30 juni 2021 gelden volgende stelsels van SWT:
- SWT op 59 jaar na een loopbaan van 40 jaar;
- SWT op 59 jaar na een loopbaan van 35 jaar in zwaar beroep;
- SWT op 59 jaar na een loopbaan van 33 jaar waarvan 20 jaar in nachtarbeid;
- SWT op 59 jaar na een loopbaan van 33 jaar in zwaar beroep.
Vakbondsvorming en outplacement
Vakbondsvorming
Vanaf 1 juli 2020 wordt de duur van de afwezigheid voor deelname aan cursussen en seminaries verhoogd van 10 naar 12 dagen per vast mandaat en per mandaatperiode van 4 jaar.
Outplacement
Voor de periode vanaf 1 oktober 2019 tot en met 30 juni 2021 wordt er overgegaan tot het collectiviseren van outplacement onder de volgende voorwaarden:
- een bedrag van 1.300 EUR wordt ten laste genomen van het Sociaal Fonds, een bedrag van 500 EUR wordt door de werkgever zelf betaald;
- de kwaliteitsbewaking gebeurt door EDUCAM.
Bovenstaande is niet van toepassing bij ontslag wegens medische overmacht of wanneer de arbeid(st)er ontslagen wordt met een verbrekingsvergoeding die overeenstemt met minstens 30 weken loon.
Dit bericht delen: