Outplacement 45-plus wijzigt!
Op heden bestaan volgende twee vormen van outplacement: de algemene regeling en de bijzondere regeling inzake outplacement.
Steeds moet er nagegaan worden of een bepaalde ontslagen werknemer het recht al dan niet opent op de algemene regeling outplacement, m.a.w. heeft uw werknemer recht op een opzeggingstermijn of -vergoeding die minstens 30 weken bedraagt.
Indien de ontslagen werknemer niet de voorwaarden vervult om het recht te openen op de algemene regeling outplacement, moet steeds nagegaan worden of de werknemer het recht opent op de bijzondere regeling outplacement.
Wijziging aan bijzondere regeling outplacement
De voorwaarden om het recht te openen op de bijzondere regeling outplacement zijn:
- Minstens 45 jaar;
- Minstens 1 jaar anciënniteit;
- Geen recht op rustpensioen;
- Geen ontslag om dringende reden;
- Niet in geval van activerend beleid bij herstructurering.
In de bijzondere regeling outplacement werden de volgende 2 situaties voorzien waarin een werkgever enkel outplacement moest aanbieden op verzoek van de werknemer:
- de werknemer wordt minder dan halftijds tewerkgesteld;
- de werknemer die, indien hij volledig uitkeringsgerechtigde werkloze zou worden na het einde van de opzeggingstermijn of de periode gedekt door een opzeggingsvergoeding, niet beschikbaar zou moeten zijn voor de algemene arbeidsmarkt.
Vanaf 2019 zal u aan uw ontslagen werknemer die minder dan halftijds tewerkgesteld was die outplacement vraagt geen outplacement meer moeten aanbieden indien hij niet meer beschikbaar moet zijn voor de algemene arbeidsmarkt.
U zal ook geen outplacement meer moeten aanbieden aan werknemers die niet meer beschikbaar moeten zijn op de arbeidsmarkt, zelfs indien uw werknemer hierom zou verzoeken.
Bron:
- Wet houdende diverse arbeidsbepalingen 14 december 2018, BS 21 december 2018.
Dit bericht delen: