Nieuwe tarieven NMBS bekend: gevolgen voor de tussenkomst van de werkgever?
De nieuwe tarieven van de prijskaarten, van toepassing vanaf 1 februari 2023, zijn bekend. Zoals in veel andere gevallen stijgen ook deze prijzen aanzienlijk. In dit geval gaat het om een stijging met 9,73%.
Heeft dit gevolgen voor de tussenkomst van de werkgever? Ontdek het hier.
Nieuwe tarieven en nieuw flexibel abonnement
Elk jaar maakt de NMBS de nieuwe prijzen bekend die in werking treden op 1 februari. Dat is dit jaar niet anders. Door de hoge inflatie kennen ook deze tarieven een hoge prijsstijging.
De nieuwe tarieven zijn terug te vinden op de website onder het sleutelcijfer “Vervoerskosten werkgeversbijdrage”.
Daarnaast werd een nieuwe flexibele abonnementsformule ontwikkeld ten voordele van telewerkers en deeltijdse werknemers: het “Flex Abonnement”. Dit abonnement is voordeliger dan een standaardabonnement wanneer de werknemer maximum 3 dagen per week de trein neemt.
Wat met de tussenkomst voor het woon-werkverkeer?
Als werkgever heeft u de algemene verplichting om tussen te komen in de kosten van het woon-werkverkeer met het openbaar vervoer op basis van cao NAR nr. 19/9.
Daarenboven voorzien verschillende sectorale akkoorden in een specifieke tussenkomst in het woon-werkverkeer met andere vervoersmiddelen. Afhankelijk van het paritair comité waarin u actief bent, zal u al dan niet een tussenkomst in het woon-werkverkeer verschuldigd zijn, zelfs voor verplaatsingen met een eigen vervoermiddel zoals een wagen, fiets en/of te voet.
Trein
Indien uw sectorale cao een tussenkomst voorziet in de effectieve kostprijs van een treinabonnement, zal dit resulteren in een stijgende tussenkomst in het woon-werkverkeer.
Indien uw sectorale cao een tussenkomst voorziet op basis van de werkgeversbijdragen zoals vermeld in cao NAR nr. 19/9, blijft uw tussenkomst daarentegen ongewijzigd.
Ander openbaar vervoer
Sinds 1 juli 2020 is er een tussenkomst in het woon-werkverkeer met het openbaar vervoer verschuldigd vanaf de eerste kilometer.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen situaties waarin de prijs van het vervoer al dan niet in verhouding staat tot de afstand die wordt afgelegd.
Staat de prijs in verhouding tot de afgelegde afstand, dan is de tussenkomst gelijk aan de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart, evenwel begrensd tot 75% van de werkelijke vervoersprijs.
Soms wordt de tussenkomst echter bepaald op basis van de eenheidsprijs. De tussenkomst bedraagt dan 71,8% van de effectief betaalde prijs door de werknemer, met als maximum de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart voor een afstand van 7 km.
Privé-vervoer
Sectorale cao’s voorzien vaak in verschillende soorten tussenkomsten in het woon-werkverkeer bij gebruik van privé-vervoer.
Indien de tussenkomst in het woon-werkverkeer met privé-vervoer gesteund is op de werkgeversbijdragen zoals vermeld in cao NAR nr. 19/9, blijft de tussenkomst ongewijzigd.
Indien de sector daarentegen een tussenkomst in het woon-werkverkeer voorziet op basis van de effectieve kostprijs van de trein, zal de tussenkomst in het woon-werkverkeer wel stijgen.
Bron:
- Collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het gemeenschappelijk openbaar vervoer van de werknemers, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19/10 van 28 mei 2019;
- Diverse sectorale cao’s.
Dit bericht delen: