Neemt uw werknemer Europese aanvullende vakantie op?
Nu de zomer in het land is en menig werknemer droomt van vakantie, zullen een aantal van uw werknemers hoogstwaarschijnlijk onvoldoende verlofrechten hebben. Eén van de mogelijkheden voor deze werknemer is de opname van Europese aanvullende vakantie.
Hieronder gaan we in op de voorwaarden en de modaliteiten van de opname van deze vakantievorm.
1. Voorwaarden voor aanvullende (Europese) vakantie
Een werknemer kan slechts zijn recht op aanvullende (Europese) vakantie inroepen wanneer hij cumulatief aan de volgende voorwaarden voldoet:
-
Een activiteit in dienst van één of meerdere werkgevers aanvatten of hervattenHiermee worden onder meer de volgende situaties geviseerd:
-
- Werknemers die een eerste beroepsactiviteit beginnen;
- Werknemers die een activiteit uitoefenen in België na een periode van activiteit in het buitenland;
- Werknemers die overstappen van een deeltijdse regeling naar een voltijdse regeling;
- Werknemers die overstappen van een deeltijdse tewerkstelling naar een deeltijdse arbeidsduur die minstens 20% van de voltijdse arbeidsduur hoger ligt dan de gemiddelde arbeidsduur van het vakantiedienstjaar;
- …
- Doorlopen van een aanloopperiode van minstens 3 maanden werkelijke of gelijkgestelde prestaties in eenzelfde kalenderjaar;
- Bij voorrang de eventuele wettelijke vakantiedagen opgenomen hebben.
2. Bepalen duur aanvullende (Europese) vakantie
Bij het bepalen van de duur van de aanvullende (Europese) vakantie van een bediende moet u steeds het volgende stappenplan volgen:
- Stap 1: nagaan of de aanloopperiode van 3 maanden in een kalenderjaar verstreken is;
- Stap 2: berekening van het recht op de aanvullende (Europese) vakantie) op basis van de prestaties van het lopende kalenderjaar;
- Stap 3: berekening van het recht op wettelijke vakantiedagen op basis van de prestaties van het vorige kalenderjaar;
- Stap 4: nagaan wat het ‘hoogste’ resultaat van beide berekeningen is. Dit geeft het aantal vakantiedagen weer waarop de werknemer in het lopende kalenderjaar recht heeft op het ogenblik van de berekening;
- Stap 5: Van het totaal aantal dagen vakantie (stap 4) wordt het in de stap 3 berekende aantal wettelijke vakantiedagen verplicht en bij voorrang opgenomen. Het saldo ervan wordt beschouwd als de aanvullende (Europese) vakantie.
Wat kan dit concreet betekenen voor de verlofrechten op 30 november 2020 van uw voltijds tewerkgestelde bediende die op 1 juli 2020 in dienst getreden is na een tewerkstelling in de overheidssector?
- Stap 1: de aanloopperiode is bereikt (1 januari 2020 – 31 maart 2020). De bediende heeft recht op 18,333... aanvullende (Europese) vakantie op basis van zijn prestaties in 2020.
- Stap 2: de bediende heeft recht op 10 dagen “wettelijke” vakantie op basis van zijn prestaties in 2019, zijnde van 1 juli 2019 tot en met 31 december 2019.
- Stap 3: het hoogste resultaat van deze beide berekeningen is 18,333... dagen.
- Stap 4: van die 18,333… dagen, zijn er 10 dagen “wettelijke” vakantie. Bijgevolg heeft de bediende op 30 november 2020 recht op:
- 10 dagen wettelijke vakantie
- Saldo: 8 dagen aanvullende (Europese) vakantie.
3. Wat ontvangt de bediende voor de opname van Europese aanvullende vakantie?
Bij de opname van Europese aanvullende vakantie ontvangt uw werknemer aanvullend vakantiegeld. Dit aanvullend vakantiegeld is een voorschot op het dubbel vakantiegeld van het jaar daarop. Indien de bediende eerder uit dienst gaat, wordt dit in mindering gebracht van zijn vertrekvakantiegeld.
De bediende opteert ervoor om 8 dagen Europese aanvullende vakantie op te nemen in november 2020. Zijn maandloon is 2.500 EUR.
Hij ontvangt hiervoor:
- Aanvullend vakantiegeld (85%): (5/21sten van 2.500,00 EUR) x 85/92 = 549,95 EUR
- Extra aanvullend vakantiegeld (7%): (5/21sten van 2.500,00 EUR) x 7/92 = 45,29 EUR.
4. Wordt de aanvullende Europese vakantie gelijkgesteld voor het recht op jaarlijkse vakantie?
Ja.
5. Wordt de opname van aanvullende Europese vakantie gelijkgesteld voor het dubbel en extra dubbel vakantiegeld?
Neen.
Bron:
- Wet houdende diverse bepalingen van 29 maart 2012, BS 30 maart 2012
- Koninklijk Besluit tot uitvoering van artikel 17bis van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers gecoördineerd op 28 juni 1971, BS 28 juni 2012.
Dit bericht delen: