Ministerraad geeft groen licht voor specifieke ondersteuningsmaatregelen land- en tuinbouw
Recent keurde de ministerraad een voorontwerp van wet en een ontwerp van koninklijk besluit goed tot ondersteuning van de gelegenheidsarbeiders in de land- en tuinbouw.
Deze ontwerpwetgeving bevat tijdelijke sociale en fiscale maatregelen.
Sociale maatregelen
Toepassingsgebied
De maatregelen hebben betrekking op de handarbeiders tewerkgesteld bij een werkgever die valt onder:
- het Paritair Comité voor het Tuinbouwbedrijf, met uitzondering van de sector inplanting en onderhoud van parken en tuinen;
- het Paritair Comité voor de Landbouw, voor zover de werknemer uitsluitend wordt tewerkgesteld op de eigen gronden van de werkgever;
- het Paritair Comité voor de Uitzendarbeid, voor zover de uitzendarbeider wordt tewerkgesteld bij een gebruiker in één van de bovengenoemde sectoren.
Aanpassen contingent
De gelegenheidsarbeiders mogen wat de tuinbouwsector betreft bij meerdere werkgevers uit de sector samen maximaal 100 dagen per jaar werken.
De specifieke verhoging met 35 dagen in de witloof- en champignonteelt vervalt.
Let wel: in de witloofsector wordt het specifieke dagforfait voor de eerste 65 en de volgende 35 dagen behouden.
In de landbouwsector geldt een contingent van 50 dagen per jaar.
Indien het een onderneming betreft met als hoofdactiviteit het fokken van melkvee en NACE-code 01.410, bedraagt het contingent maximaal 100 halve dagen voor het melken, voederen, verzorgen van de dieren en schoonmaken van de stal.
Onder een halve dag wordt begrepen een periode van 4 uur tussen middernacht en 12 uur ’s middags of tussen 12 uur ’s middags en middernacht. Indien het aantal uren wordt overschreden of bij een overlapping over 2 periodes worden deze als 2 halve dagen geteld.
De RSZ verduidelijkt dat het mogelijk is meerdere Dimona’s te doen voor 1 kalenderdag. De manier van aangeven in de DmfA blijft in alle geval gebaseerd op het dagforfait.
Uitzendarbeiders mogen bij gebruikers uit de tuin- en landbouwsector niet meer dan respectievelijk 65 en 30 dagen per jaar werken. De speciale regeling voor de melkveehouderij geldt niet voor de uitzendarbeid.
Voor de champignonteelt moet de tewerkstelling van gelegenheidswerknemers plaatsvinden tijdens een periode van intense activiteit die beperkt is tot 156 dagen per kalenderjaar per werkgever. Deze beperking vervalt als een aantal specifieke voorwaarden vervuld zijn.
De dagforfaits in de landbouwsector worden verlaagd. Dit gebeurt ter compensatie van de minimumlonen. Daarnaast worden er dagforfaits ingevoerd voor de bloemen- en fruitteelt.
Fiscale maatregelen
Naast de sociale maatregelen wordt ook een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing vooropgesteld.
Hiermee beoogt men de verhoging van het minimumloon voor de gelegenheidsarbeiders in de fruit- en groenteteelt deels te compenseren.
De niet te storten bedrijfsvoorheffing bedraagt 1,23 EUR per uur vermenigvuldigd met het totaal aantal uren gelegenheidsarbeid die in de periode van 1 juli 2023 tot en met 31 december 2023 worden gepresteerd.
Inwerkingtreding
De maatregelen zouden gelden vanaf 1 juli 2023 tot en met 31 december 2023.
Let wel: bovenvermelde is gebaseerd op ontwerpwetgeving en bijgevolg nog aan wijzigingen onderhevig.
Bron:
- Berichtgeving federale ministerraad van 30 juni 2023 ‘Ondersteuning van de gelegenheidsarbeiders in de land- en tuinbouw’;
- Tussentijdse RSZ-instructie van 4 juli 2023 ‘Gelegenheidsarbeid in de land- en tuinbouw’.
Dit bericht delen: