Komt er een verplichting tot het aanduiden van een vertrouwenspersoon?
Ontwerpwetgeving sleutelt aan de wetgeving omtrent de aanduiding van de vertrouwenspersoon in de onderneming. Hiermee geeft men uitvoering aan het Federaal Actieplan Mentaal Welzijn op het Werk.
Lees verder en ontdek de hoofdlijnen.
Huidige reglementering
Momenteel bestaat geen algemene verplichting tot het aanwijzen van een vertrouwenspersoon.
Werkgevers kunnen evenwel een personeelslid of externe persoon als vertrouwenspersoon aanwijzen. Hierbij moet een specifieke aanwijzingsprocedure gevolgd worden.
Let wel: indien de preventieadviseur psychosociale aspecten deel uitmaakt van een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk, moet minstens één van de vertrouwenspersonen verplicht deel uitmaken van het personeel van de onderneming (behalve indien de werkgever minder dan 20 werknemers tewerkstelt).
Daarnaast kunnen het geheel van de werknemersvertegenwoordigers in het Comité voor preventie en bescherming op het werk de werkgever vragen een vertrouwenspersoon aan te duiden. Een specifieke procedure moet hierbij gevolgd worden.
Een uitgebreide bespreking vindt u hier terug.
Toekomstige reglementering
a) Verplichte aanduiding vertrouwenspersoon
Ontwerpwetgeving verplicht de werkgever een vertrouwenspersoon aan te duiden. Deze verplichting geldt niet voor werkgevers die minder dan 50 werknemers tewerkstellen, tenzij alle leden van de vakbondsafvaardiging, of bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging, alle werknemers, hierom verzoeken.
Hiermee beoogt men de aanwezigheid van de vertrouwenspersoon in de onderneming te vergroten en zo de eerstelijnsfunctie in de informele interne procedure te benadrukken.
De aanduiding moet plaatsvinden volgens een vastgestelde procedure. Zo moet er onder andere een voorafgaand akkoord zijn van alle werknemersvertegenwoordigers in het Comité voor preventie en bescherming op het werk.
Indien er geen akkoord bereikt wordt, zal de inspectie Toezicht Welzijn op het Werk pogen om de partijen te verzoenen.
Indien geen verzoening wordt bereikt, brengt de inspectie een advies uit en neemt de werkgever de uiteindelijke beslissing die leidt tot het aanduiden van de persoon. Indien hij hierbij het advies van de inspectie niet volgt, moet hij het Comité de redenen daarvoor meedelen.
b) Minstens 1 vertrouwenspersoon behoort tot personeel onderneming
Daarnaast moet minstens 1 vertrouwenspersoon behoren tot het personeel van de werkgever indien deze minstens 50 werknemers tewerkstelt. Dit geldt ook voor de werkgever die 20 of meer werknemers tewerkstelt en een beroep doet op een preventieadviseur van een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.
Hiermee garandeert men dat de werknemer toegang heeft tot een vertrouwenspersoon die voldoende kennis heeft van de structuur, de werking en de cultuur van de onderneming.
Let wel: bovenvermelde is gebaseerd op ontwerpwetgeving en bijgevolg nog aan wijzigingen onderhevig.
Bron:
- Wetsontwerp van 8 september 2023 houdende diverse arbeidsbepalingen (DOC 55 3540/001).
Dit bericht delen: