Klaar voor een tweede (hitte)golf?
Het coronavirus leerde ons om steeds waakzaam te zijn voor nieuwe golven. De voorbije dagen kreunde België onder een stevige hittegolf. Wanneer moet u echter als werkgever bepaalde maatregelen nemen en wanneer wordt het nu echt ‘te warm’ om te werken?
Te warm om te werken?
Wanneer het te warm wordt op de werkvloer, hebben werknemers recht op een aantal beschermingsmaatregelen.
De regels over het werk bij hoge omgevingstemperaturen zijn vastgelegd in Boek V. van de Codex over het welzijn op het werk.
De actiewaarden voor blootstelling aan warmte zijn vastgesteld uitgaande van de WBGT-index in functie van de fysieke werkbelasting – afhankelijk van de gemeten temperatuur en het verrichte werk zal u als werkgever bepaalde acties moeten ondernemen.
De gemeten warmte wordt uitgedrukt in de zgn. WBGT-index. WBGT staat voor ‘Wet Bulb Globe Temperature’. Naast de temperatuur speelt ook de vochtigheid een rol. Een meting met een klassieke thermometer volstaat dus niet als het gaat om blootstelling aan warmte. Men gebruikt hiervoor een ‘vochtige globethermometer’. Een droge warmte wordt doorgaans immers beter verdragen dan een vochtige warmte.
De arbeidsgeneesheer stelt vast hoeveel fysieke inspanning een bepaald soort werk vraagt. Als aanduiding kunnen een aantal voorbeelden helpen: Zo wordt secretariaatswerk als zeer licht beschouwd, staande arbeid als halfzwaar en grondwerken als zeer zwaar.
Afhankelijk van de zwaarte van de fysieke inspanning, mag de WBGT-index niet hoger zijn dan:
- 29 voor zeer licht of licht werk;
- 26 voor halfzwaar werk;
- 22 voor zwaar werk;
- 18 voor zeer zwaar werk.
Worden deze waarden overschreden dan moet de werkgever:
- Beschermingsmiddelen (zonnescherm, hoofddeksel, …) ter beschikking stellen van werknemers die aan rechtstreekse zonnestraling worden blootgesteld;
- Gratis aangepaste verfrissende dranken verstrekken;
- Binnen de 48 uur een verluchtingssysteem in de werklokalen installeren.
Duurt de hinder voort, wat onder meer kan blijken uit een rondvraag bij de werknemers, dan moet de werkgever rusttijden toestaan.
De werkgever kan ook eventueel overwegen om tijdelijke werkloosheid in te voeren. Tijdens deze periode krijgt de werknemer werkloosheidsuitkeringen van de RVA die, onder meer in de bouwsector, aangevuld worden met een vergoeding uit een fonds voor bestaanszekerheid.
Bron:
- FOD WASO “Rechten van werknemers bij warm weer”;
- Codex over het welzijn op het werk, Boek V., Titel 1.
Dit bericht delen: