Is de mist rond de fiscale gunstmaatregel werken in onroerende staat verdwenen?
Met veel tromgeroffel werd aangekondigd dat u vanaf 1 januari 2018 als werkgever actief in werken in onroerende staat op locatie onder bepaalde voorwaarden, kan genieten van een nieuwe fiscale gunstmaatregel.
U zou een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing kunnen genieten ten belope van 3 %. Vanaf 1 januari 2019 wordt 6 % vooropgesteld, om vanaf 1 januari 2020 opgetrokken te worden tot 18 %.
Niettegenstaande het wetgevend kader al geruime tijd gepubliceerd is, kan u als werkgever op heden nog geen gebruik maken van deze maatregel.
Stelt u zich de vraag waarom deze maatregel op heden dan nog niet toegepast wordt? Hieronder wordt u alvast wat verduidelijking geboden!
Onduidelijkheid omtrent minimaal uurloon
Eén van de voorwaarden om toepassing te kunnen maken van de gedeeltelijke vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing bestond erin dat de werknemers een bruto-uurloon van minstens 13,75 EUR ontvangen. Dit minimale bruto-uurloon werd geïndexeerd en bedraagt hierdoor 17,42 EUR.
Op heden is het nog onduidelijk of deze indexering berust op een al dan niet wetgevende onnauwkeurigheid die al dan niet zal aangepast worden.
Toepasselijkheid 1/3 de norm
De toepasbaarheid van de gedeeltelijke vrijstelling werken in onroerende staat wordt hoogstwaarschijnlijk gekoppeld aan de voorwaarde dat de werknemer, overeenkomstig de arbeidsregeling waaraan hij onderworpen is, minstens 1/3 de van zijn tijd werken in onroerende staat op locatie verricht.
Met bovenstaande zienswijze zou men aansluiten bij de gangbare opvatting met betrekking de 1/3 de norm in het kader van ploeg- en nachtarbeid.
Notie ploeg
Om toepassing te kunnen maken van de fiscale gunstmaatregel werken in onroerende staat moet er onder andere sprake zijn van één of meerdere ploegen van minstens 2 personen, die hetzelfde of complementair werk doen zowel qua inhoud als qua omvang.
Op heden stelt zich nog de vraag hoe de notie ploeg concreet opgevat moet worden.
Daarnaast is er nog onduidelijkheid of het minimaal uurloon toegekend moet worden aan alle leden van de ploeg om deze fiscale gunstmaatregel te kunnen toepassen.
Van zodra er duidelijkheid is over de concrete uitwerking van deze veelbelovende maatregel, brengen we u op de hoogte hiervan.
Bron:
- Wet betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie, BS 30 maart 2018.
Dit bericht delen: