Inzetbaarheidsbevorderende maatregelen : wijziging wetgevend kader
De maatregel ter bevordering van de inzetbaarheid voorzien door de arbeidsdeal, werd gewijzigd door de wet van 15 mei 2024.
Het doel van deze maatregel is om een deel van de opzeggingstermijn te activeren om de werknemer beter op te leiden en zijn kansen op de arbeidsmarkt te verbeteren door middel van ‘inzetbaarheidsbevorderende maatregelen’.
Voordien was het beschikbare budget afhankelijk van de hoogte van de werkgeversbijdrage op de opzeggingstermijn of opzeggingsvergoeding, hetgeen voor een ongelijkheid tussen werknemers zorgde. Deze ongelijkheid wordt nu opgeheven door het invoeren van een forfaitair budget zodat de maatregel uitvoerbaar wordt in de praktijk.
Ontdek hieronder meer.
Invulling begrip
De wet geeft een definitie van inzetbaarheidsbevorderende maatregelen. Hieronder verstaat men elke maatregel, inzonderheid de opleiding en de begeleiding waaraan de werknemer deelneemt, die wordt verstrekt door een professionele dienstverlener en die bedoeld is om de werknemer in staat te stellen zelf binnen een zo kort mogelijke termijn een betrekking bij een nieuwe werkgever te vinden of een beroepsbezigheid als zelfstandige te ontplooien.
Enkele voorbeelden hiervan zijn een bijkomend outplacement bovenop het wettelijke outplacement, een door de bevoegde overheden erkende opleiding of omscholing of een loopbaancoaching of -begeleiding.
Wie heeft recht op deze maatregel
De inzetbaarheidsbevorderende maatregelen zijn alleen van toepassing op werknemers die ontslagen worden door de werkgever met presteren van een opzeggingstermijn of betaling van een ontslagvergoeding van tenminste 30 weken.
De werknemers die een opzeggingstermijn moeten presteren, hebben het recht om vanaf het begin van de opzeggingstermijn afwezig te zijn van het werk met behoud van loon om inzetbaarheidsbevorderende maatregelen te volgen.
De werknemers die een opzeggingsvergoeding ontvangen moeten zich beschikbaar stellen om inzetbaarheidsbevorderende maatregelen te volgen. Deze verplichting eindigt zodra de werknemer een nieuwe beroepsactiviteit uitoefent.
Budget
De werknemers die in aanmerking komen voor de inzetbaarheidsbevorderende maatregelen kunnen aanspraak maken op een eenmalig forfaitair budget van 1800 euro dat jaarlijks geïndexeerd zal worden.
Financiering
Dit budget wordt gefinancierd door middel van de werkgeversbijdragen die verschuldigd zijn op het gedeelte van de opzeggingstermijn of -vergoeding dat 26 weken overschrijdt, maar beperkt tot maximaal 1/3de van de totale werkgeversbijdragen.
De RSZ stort het deel van de werkgeversbijdragen dat bestemd is voor de financiering van inzetbaarheidsbervorderende maatregelen door naar de RVA.
Aanvraag tot terugbetaling bij de RVA
Diegene die de effectief gemaakte kosten van de gevolgde inzetbaarheidsbevorderende maatregelen draagt (werknemer, werkgever of dienstverlener), kan een terugbetaling bekomen van de RVA.
Het KB van 12 juni 2024 legt de procedure en termijnen voor terugbetaling door de RVA vast.?
Zo is er is enkel een terugbetaling voor intzebaarheidsbevorderende maatregelen die gevolgd werden tijdens een welbepaalde periode. Deze periode vangt aan op de ingangsdatum van de opzeggingstermijn of opzeggingsvergoeding en eindigt op de laatste dag van het tweede kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin de opzeggingstermijn effectief eindigt of waarin de einddatum van de periode gedekt door de opzeggingsvergoeding valt.
De aanvraag zal moeten gebeuren door middel van een specifiek formulier van de RVA waarbij volgende stukken moeten worden toegevoegd:
- een omstandige beschrijving van de gevolgde inzetbaarheidsbevorderende maatregelen en een verklaring, ondertekend door de begunstigde, dat de gevolgde maatregelen effectieve stappen naar een betrekking bij een nieuwe werkgever of de ontplooiing van een beroepsbezigheid als zelfstandige hebben beoogd;
- het bewijs van het effectief en volledig gevolgd hebben van de inzetbaarheidsbevorderende maatregelen;
- een overzicht van de kosten van de gevolgde inzetbaarheidsbevorderende maatregelen en een bewijs van de effectieve betaling daarvan;
- de financiële rekening waarop deze kosten dienen te worden terugbetaald aan de begunstigde;
- de naam en voornaam van de werknemer, zijn adres en zijn INSZ nummer;
- de naam van de werkgever, zijn adres en zijn ondernemingsnummer;
- de naam van de dienstverlener, zijn adres en zijn ondernemingsnummer.
Deze aanvraag zal uiterlijk bij de RVA moeten toekomen op de laatste dag van het derde kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin ofwel de effectieve einddatum van de opzeggingstermijn, of waarin de einddatum van de periode gedekt door de opzeggingsvergoeding gelegen is.
Inwerkingtreding
De maatregelen ter bevordering van de inzetbaarheid van ontslagen werknemers met een opzeggingstermijn of -vergoeding van minstens 30 weken treden in werking op een nog bij koninklijk besluit vast te stellen datum en uiterlijk op 1 april 2025, en is van toepassing op elk ontslag dat vanaf die datum gegeven wordt.
Bron
- Wet van 15 mei 2024 houdende wijziging van het sociaal strafrecht en diverse arbeidsrechtelijke bepalingen;
- KB van 12 juni 2024 tot uitvoering van artikel 7, §1, derde lid en §1nonies van de Besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, betreffende de procedure voor de terugbetaling van inzetbaarheidsbevorderende maatregelen;
- KB van 12 juni 2024 tot uitvoering van artikel 38, §3viciesbis van de Wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, BS 24 juni 2024.
Dit bericht delen: