Hogere onderbrekingsuitkering voor alleenwonende werknemer bij thematisch verlof voor kinderen
De onderbrekingsuitkeringen voor alleenwonende werknemers die palliatief verlof, ouderschapsverlof, verlof voor medische bijstand of verzorging opnemen voor hun kind, stijgen met 14 procent.
Opdat een werknemer recht zou hebben op deze verhoogde onderbrekingsuitkering, dient aan volgende voorwaarden cumulatief voldaan te zijn:
- de werknemer woont uitsluitend samen met één of meerdere kinderen die hij ten laste heeft;
- de werknemer is ouder in de eerste graad van het kind en woont ermee samen of de werknemer woont samen met het kind en is belast met de dagelijkse opvoeding ervan;
- het kind is geen 12 jaar (in het geval van ouderschapsverlof)/18 jaar (in het geval van palliatief verlof of verlof voor medische bijstand of verzorging) bij aanvang van de maand waarop de onderbrekingsuitkering betrekking heeft. Deze leeftijd wordt verhoogd naar 21 jaar indien het thematisch verlof genomen wordt voor de zorg van een kind met een handicap.
De wijziging treedt retroactief in werking op 1 mei 2019.
Bron:
Koninklijk besluit van 22 april 2019 tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking , BS 6 mei 2019, 43467.
Dit bericht delen: