Hoe brengt u het ervan af bij de vakantieduurberekeningen?
Januari is traditiegetrouw dé maand om de vakantierechten van uw werknemer te bepalen. Wordt u vaak geconfronteerd met wisselende tewerkstellingsbreuken? Hoe bepaalt u de vakantierechten indien uw werknemers geconfronteerd worden met verschillende schorsingen tijdens het vakantiedienstjaar?
Lees hieronder verder, we lichten alvast een tipje van de sluier op!
Principe
De vakantierechten in het vakantiejaar worden bepaald in functie van het aantal gewerkte en gelijkgestelde periodes tijdens het vakantiedienstjaar.
Concreet: bij het bepalen van de verlofrechten in januari 2021 gaat u na wat de gewerkte en gelijkgestelde gebeurtenissen waren in 2020.
Hierbij beschouwt u onder meer betaalde feestdagen, wettelijke vakantiedagen, dagen klein verlet en dagen gewaarborgd loon door de werkgever betaald aan 100%, zwangerschaps- en bevallingsrust als gelijkgestelde periodes voor de vakantieduurberekening.
De vakantiereglementering stelt dat er per gewerkte of gelijkgestelde maand in het vakantiedienstjaar een recht van 2 dagen vakantie ontstaat in het 6-dagenstelsel. In de praktijk wordt er vaak geopteerd voor een berekening in vakantie-uren.
Voorbeeld:
Een bediende werkt deeltijds in een regime van 20 uren/week volgens onderstaand schema:
Ma Di Wo Do Vr Za Zo
8u 8u - - 4u - -
Deze bediende heeft tijdens het vakantiedienstjaar gedurende 10 maanden prestaties geleverd in hetzelfde regime. Zij heeft recht op 67 uren vakantie.
Daarnaast kan er nooit méér vakantie worden opgenomen dan dat het stelsel dat geldt op het ogenblik dat de vakantie wordt opgenomen, mogelijk maakt.
Indien uw bediende in 2020 het volledige jaar voltijds tewerkgesteld was (38u/week) en deze beslist om vanaf 1 januari 2021 slechts deeltijds 30u/week tewerkgesteld te worden, heeft deze slechts recht op 120 uren vakantie.
Voorbeeld:
Marlies werkte gedurende 2020 als volgt:
- Van 01.01.2020 tot en met 31.01.2020: 35/38
- Van 01.02.2020 tot en met 29.02.2020: 25/38
- Van 01.03.2020 tot en met 30.06.2020: 25/38 (ziekte)
- Van 01.07.2020 tot en met 31.07.2020: 25/38 (tijdelijke werkloosheid wegens collectieve sluiting)
- Van 01.08.2020 tot en met 30.09.2020: 25/38 (gewettigd afwezig/verlof zonder wedde)
- Van 01.10.2020 tot en met 31.10.2020: 28/38
- Vanaf 01.11.2020 tot en met 31.12.2020: 36/38
In 2021 is deze bediende tewerkgesteld gedurende 35 uren per week.
De berekening van het recht op vakantie op 01.01.2021, gebeurt als volgt:
- 01.01.2020-31.01.2020: 35/38:
1 x 2= 2
2/6= 0,333..
0,33.. x 35= 11,666… uren
- 01.02.2020-29.02.2020: 25/38:
1 x 2=2
2/6= 0,333..
0,333.. x 25= 8,333.. uren
- 01.03.2020-30.06.2020: 25/38 (ziekte)
4 x 2= 8
8/6= 1,333…
1,333… x 25=33,333.. uren
- 01.07.2020-31.07.2020: 25/38 (tijdelijke werkloosheid wegens collectieve sluiting)
0 uren
- 01.08.2020-30.09.2020: 25/38 (gewettigd afwezig/verlof zonder wedde)
0 uren
- 01.10.2020-31.10.2020: 28/38
1 x 2= 2
2/6= 0,333..
0,333… x 28= 9,333.. Uren
- 01.11.2020-31.12.2020: 36/38
2 x 2= 4
4/6=0,666…
0,666.. x 35 = 23,33.. Uren
Betrokkene kan 86 uren vakantie-opnemen.
Vragen?
Berekent u correct de vakantierechten van uw werknemer na een overgang van tewerkstellingsregime? Kent u alle tips en tricks?
Ontdek het tijdens onze interactieve online opleiding waarbij u zelf aan de slag gaat!
Interesse? Kijk even hier!
Dit bericht delen: