Hoe bereidt u zich voor op dag X?
Nadat u de bekendmakingen voor X - 60 en X - 35 achter de rug heeft, kan u zich voorbereiden op dag X. Met dag X wordt de eigenlijke electorale fase van de sociale verkiezingen ingeluid. Wat kan u op heden al doen?
Hoofdlijnen van bekendmakingen
Op dag X moeten de volgende inlichtingen bekend zijn:
- de datum en de uurregeling van de verkiezingen;
- het adres en de benaming van de T.B.E. of de T.B.E.’s;
- het aantal mandaten per orgaan;
- het aantal mandaten per categorie;
- de voorlopige kiezerslijsten;
- de lijst van de leden van het leidinggevend personeel;
- de lijst van de kaderleden;
- de data die uit de verkiezingsprocedure voortvloeien;
- de persoon of dienst belast met het versturen of het ronddelen van de oproepingsbrieven voor de verkiezingen;
- al dan niet elektronisch stemmen
Wat houdt dit concreet in?
A. De datum en de uurregeling van de verkiezingen
Het comité en/of de raad beslissen op welke datum (datum die valt op de 90ste dag na de aanplakking van het bericht dus tussen 11 en 24 mei 2020) en op welk ogenblik de sociale verkiezingen zullen plaatsvinden. Indien bovenvermelde organen nog niet bestaan, moet u deze beslissingen zelf nemen.
In principe moeten uw sociale verkiezingen georganiseerd worden op een werkdag.
Mits het akkoord van het comité en/of de raad (of bij ontstentenis ervan, de vakbondsafvaardiging), kunnen de sociale verkiezingen over meerdere dagen gespreid worden. De eerste verkiezingsdag moet wel steeds 90 dagen na de datum van aanplakking (dag X) vallen.
Wanneer het niet mogelijk is om alle werknemers te laten deelnemen aan de stemming tijdens hun werkuren, moet u de verplaatsingskosten terugbetalen van de werknemers die zich naar de stembureaus begeven buiten hun werkuren.
B. Adres en benaming van de T.B.E’s waarvoor raden en comités moeten worden opgericht
Deze informatie heeft u reeds meegedeeld op X – 60 en op X – 35. Uiterlijk op X – 5 was deze informatie definitief.
C. Het aantal mandaten per orgaan (comité of raad)
Het aantal mandaten (d.i. de personeelsafvaardiging) voor het comité en de raad wordt bepaald op basis van het aantal werknemers in dienst op dag X.
Hierbij wordt rekening gehouden met:
- alle werknemers van de onderneming verbonden door een arbeidsovereenkomst of door een leerovereenkomst;
- personen die in het kader van de sociale verkiezingen worden gelijkgesteld met werknemers:
- personen tewerkgesteld via de individuele beroepsopleiding;
- de onderzoekers van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen, het Fonds National de la recherche scientifique en de geassocieerde Fondsen.
Elke werknemer wordt meegerekend als één eenheid, ongeacht of hij voltijds dan wel deeltijds werkt. Ook de leden van het leidinggevend personeel die verbonden zijn met een arbeidsovereenkomst, worden in rekening gebracht.
Naast de vaste werknemers moeten - op basis van rechtspraak van het Hof van Cassatie - ook de uitzendkrachten (behalve diegene die een vaste werknemer vervangen waarvan de arbeidsovereenkomst is geschorst) tewerkgesteld op dag X meegeteld worden voor de bepaling van de personeelssterkte op dag X.
D. De verdeling van het aantal mandaten per categorie
De verdeling van de mandaten gebeurt op basis van het aantal werknemers per werknemerscategorie in dienst op dag X. In tegenstelling tot het aantal mandaten per orgaan wordt voor de verdeling van de mandaten per werknemerscategorie nooit rekening gehouden met uitzendkrachten.
E. De voorlopige kiezerslijsten
Op de voorlopige kiezerslijsten moeten zowel de vaste werknemers als bepaalde uitzendkrachten vermeld staan. Deze lijsten worden opgesteld per T.B.E. waarvoor een orgaan (raad of comité) moet worden opgericht.
De kiezerslijsten zijn voorlopige kiezerslijsten. Er kunnen later wijzigingen aangebracht worden na bezwaar of ingeval werknemers nadien de onderneming zouden verlaten.
1) De vaste werknemers
Uw vaste werknemers die voldoen aan de kiesvoorwaarden kunnen deelnemen aan de verkiezingen van de werknemersvertegenwoordigers in het comité of in de raad.
Op de datum van de verkiezingen (dag Y) moeten de werknemers, om kiesgerechtigd te zijn, sedert ten minste drie maanden tewerkgesteld zijn in de juridische entiteit of in de T.B.E. gevormd door meerdere juridische entiteiten.
De werknemers verbonden door een arbeidsovereenkomst of een leerovereenkomst zijn kiesgerechtigd. Ook de personen die in het kader van de sociale verkiezingen met de werknemers gelijkgesteld zijn, zijn kiesgerechtigd.
De volgende personen zijn niet kiesgerechtigd:
- Leidinggevend personeel (met of zonder overeenkomst);
- SWT’ers (bruggepensioneerden) in zoverre ze geen arbeid meer verrichten.
Opm.: de preventieadviseur is wel kiesgerechtigd, voor zover deze geen leidinggevende functie uitoefent. Hetzelfde geldt voor de vertrouwenspersoon en voor de arbeidsgeneesheer (werknemer).
2) Uitzendkrachten
Ook de uitzendkrachten die de eerste specifieke anciënniteitsvoorwaarde vervullen, moeten vermeld staan op de voorlopige kiezerslijst.
De te vervullen voorwaarden worden verdeeld over twee referteperiodes.
- Referteperiode 1
De eerste referteperiode vangt aan op de “eerste dag van de zesde kalendermaand die voorafgaat aan de datum van aanplakking van de datum van de verkiezingen en eindigt op die datum van aanplakking”. De referteperiode begint met andere woorden voor alle ondernemingen op 1 augustus 2019 en eindigt op dag X in de onderneming.
Afhankelijk van de datum van de sociale verkiezingen in de onderneming (= dag Y), zal de eerste referteperiode niet bij iedere onderneming even lang zijn.
Tijdens deze referteperiode moet de uitzendkracht sedert ten minste drie ononderbroken maanden of, in geval van onderbroken tewerkstellingsperiodes, in totaal minstens gedurende 65 arbeidsdagen, tewerkgesteld zijn in de juridische entiteit van de gebruiker of in de technische bedrijfseenheid van de gebruiker gevormd door meerdere juridische entiteiten.
- Referteperiode 2
De tweede referteperiode vangt aan op dag X en eindigt op de dertiende dag die de verkiezingen voorafgaat (= X + 77 of Y – 13). Deze referteperiode is voor alle ondernemingen gelijk en telt 78 kalenderdagen.
Tijdens deze referteperiode moet de uitzendkracht in totaal minstens gedurende 26 arbeidsdagen tewerkgesteld zijn in de juridische entiteit van de gebruiker of in de technische bedrijfseenheid van de gebruiker gevormd door meerdere juridische entiteiten.
Begrip 'arbeidsdagen'
Met het begrip ‘arbeidsdagen’ wordt niet gedoeld op alle dagen waarop theoretisch gewerkt zou kunnen worden, maar wel op de dagen waarop de uitzendkracht daadwerkelijk ter beschikking werd gesteld bij de gebruiker, met dien verstande dat schorsingen en andere gelijkstellingen ook in aanmerking komen. Ongeacht het aantal uren dat gewerkt wordt, zal een dag als (volledige) arbeidsdag beschouwd worden. Meer informatie omtrent deze problematiek vindt u terug op de website van de FOD WASO.
F. De lijst van de kaderleden
Op X – 60 en X – 35 heeft u al een overzicht gegeven van de functies van de kaderleden. Ook werd er “bij wijze van aanduiding” een lijst opgemaakt van de personen die beschouwd worden als kaderlid.
Op dag X deelt de raad of, bij ontstentenis ervan, u aan de werknemers de lijst mee van de kaderleden of de plaatsen waar deze kan worden geraadpleegd.
Uw werknemers die één van de kaderfuncties uitoefenen en die op de kiezerslijst van de jeugdige werknemers voorkomen, worden niet opgenomen in de lijst van de kaderleden.
Op de lijst van de kaderleden mogen slechts bedienden opgenomen worden die zo aangegeven zijn in de aangifte overgemaakt aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Arbeiders kunnen met andere woorden niet op de lijst van de kaderleden voorkomen.
G. De data die uit de verkiezingskalender voortvloeien
Op dag X moet u alle data die in het verdere verloop van de procedure een rol spelen, afficheren. Door dit bericht worden de werknemers op de hoogte gebracht van het verdere verloop van de verkiezingsprocedure in de onderneming.
H. De persoon of de dienst belast door de werkgever met het versturen of ronddelen van de oproepingsbrieven voor de verkiezing
U moet een persoon of een dienst aanduiden die in een verdere fase van de verkiezingsprocedure (meer bepaald van Y – 12 tot Y – 10) belast zal zijn met de overhandiging van de oproepingsbrieven aan de aanwezige werknemers in de onderneming en de verzending van de oproepingsbrief aan de afwezige werknemers.
I. Elektronisch stemmen
De beslissing om over te gaan tot elektronisch stemmen moet genomen worden door elke betrokken raad of elk betrokken comité. De raad of het comité moet voorafgaandelijk ingelicht worden over de bovenvermelde voorwaarden.
Nieuw in 2020 is dat de beslissing niet in alle gevallen met unanimiteit moet genomen worden. De beslissing om elektronisch te stemmen moet genomen worden met inachtneming van de voorschriften van het huishoudelijk reglement van het betrokken orgaan. Indien er geen verduidelijking in het huishoudelijk reglement is over de wijze van beslissingen nemen, zal de algemene regel van unanimiteit gelden.
Nieuw in 2020 is ook dat de beslissing ook kan genomen worden door de werkgever in akkoord met de vakbondsafvaardiging, wanneer er nog geen raad of comité aanwezig is.
Roept dit alles bij u vragen op?
U kan ons steeds via de gekende kanalen contacteren met uw vragen/bezorgdheden met betrekking tot de sociale verkiezingen!
Bron:
- Wet 4 april 2019 tot wijziging van de wet van 4 december 2007 betreffende de sociale verkiezingen, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven en van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, BS 30 april 2019.
Dit bericht delen: