Herwaarderingscoëfficient kadastrale inkomens bekend
Indien de vennootschap de huur betaalt aan de bedrijfsleider, wordt dit beschouwd als beroepsinkomsten die aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen zijn in de mate dat die 5/3 van het geherwaardeerd kadastraal inkomen overschrijden.
In bovenvermelde situatie wordt enerzijds het gedeelte van de huur en de huurvoordelen dat maximaal overeenstemt met 5/3 van het geherwaardeerd kadastraal inkomen beschouwd als inkomsten uit onroerende goederen.
Anderzijds wordt het gedeelte van de huur en van de huurvoordelen boven 5/3 van het geherwaardeerd kadastraal inkomen beschouwd als beroepsinkomsten. Dit wordt beschouwd als loon en moet op de fiscale fiche 281.20 vermeld worden.
Op heden is de herwaarderingscoëfficiënt bekend voor het aanslagjaar 2019. Deze werd bepaald op 4,47. Het kadastraal inkomen moet dus vermenigvuldigd worden met 4,47.
Bron:
- KB tot wijziging van het KB 92, op het stuk van de revalorisatiecoëfficiënt voor kadastrale inkomens, BS 3 juli 2018.
Dit bericht delen: