Hervorming fiscaal regime auteursrechten en naburige rechten
Sinds 2008 kent België een belastingregime voor de inkomsten uit de cessie of concessie van auteursrechten en naburige rechten, alsook van de wettelijke en verplichte licenties cf. boek XI van het Wetboek van economisch recht of overeenkomstige bepalingen in het buitenlands recht.
Momenteel wordt dit bijzonder belastingregime toegepast in uiteenlopende situaties die soms veraf staan van de oorspronkelijk geviseerde situaties.
Het begrotingsakkoord wou hiermee komaf maken. De programmawet voorziet in een hertekening van het bestaand wetgevend kader.
Regeling vóór 01/01/2023
Fiscale behandeling
Het maximumbedrag van de inkomsten uit de vergoeding voor de overdracht of licentieverlening van auteursrechten dat beschouwd wordt als roerende inkomsten bedraagt 64.070 EUR (aanslagjaar 2023).
Hierop wordt 15% roerende voorheffing ingehouden, na aftrek van de werkelijke of forfaitaire kosten.
Van de bruto auteursvergoeding kan men, na aftrek van de sociale zekerheidsbijdragen, een kostenforfait aftrekken. Dit kostenforfait bedraagt:
- 50% voor inkomsten tot 17.090 EUR;
- 25% voor inkomsten van 17.090 EUR tot en met 34.170 EUR;
- 0% voor inkomsten boven 34.170 EUR.
Het gedeelte van de inkomsten uit auteursrechten dat deze grens overschrijdt, kwalificeert in principe in de eindbelasting als beroepsinkomsten. Deze zijn belastbaar aan het progressief tarief.
Belangrijk om op te merken is dat er op dit gedeelte het gewoon tarief van roerende voorheffing van toepassing is, nl. 30%.
Regeling vanaf 01/01/2023
Beperkt toepassingsgebied
Een nieuwe definitie beperkt het toepassingsgebied.
Voortaan worden de inkomsten uit auteursrechten beschreven als de inkomsten:
- verkregen uit de overdracht of de verlening van een licentie door de oorspronkelijke rechthebbende, zijn erfgenamen of legatarissen, van auteursrechten en naburige rechten, alsook van de wettelijke en verplichte licenties die bij wet zijn geregeld, bedoeld in boek XI, titel 5, van het Wetboek van economisch recht of in analoge bepalingen van buitenlands recht;
- die betrekking hebben op originele werken van letterkunde of kunst zoals bedoeld in artikel XI.165 van het Wetboek van economisch recht of op prestaties van uitvoerende kunstenaars zoals bedoeld in artikel XI.205 van hetzelfde Wetboek;
- met het oog op de exploitatie of het daadwerkelijk gebruik van deze rechten, behalve in het geval van een gebeurtenis veroorzaakt buiten de wil van de overeenkomstsluitende partijen, overeenkomstig de eerlijke beroepsgebruiken, door de verkrijger, de licentiehouder of een derde.
Ook de inkomsten die door de voormelde rechthebbende worden verkregen via een in artikel I.16, § 1, 4° tot 6° van het Wetboek van economisch recht bedoelde beheersorganisatie, worden beschouwd als auteursrechten.
Bovendien worden een aantal bijzondere voorwaarden gesteld ten aanzien van de genieter van de inkomsten.
Deze moet:
- ofwel houder zijn van een kunstwerkattest;
- ofwel in het kader van de overdracht of de verlening van een licentie in overeenstemming met bepaalde voorwaarden de rechten overdragen of deze in licentie geven aan een derde voor mededeling aan het publiek, voor openbare uitvoering of opvoering, of voor reproductie.
Fiscale behandeling
Beperkt bedrag
Tot een grensbedrag van 64.070 EUR worden de inkomsten uit de overdracht van auteursrechten beschouwd als roerende inkomsten.
Indien het bedrag hoger is, geldt het vermoeden niet ten opzichte van het hoger gedeelte.
Vanaf 2023 worden een aantal beperkingen hierop ingevoerd.
a) Absolute beperking
Het grensbedrag van 64.070 EUR wordt voortaan als een absolute grens beschouwd. Hierdoor komt het gedeelte van de vergoeding dat dit bedrag overschrijdt niet meer in aanmerking voor de gunstige behandeling en wordt het belast als beroepsinkomsten.
b) Relatieve beperking
Daarnaast moet de verhouding tussen de totale vergoedingen voor de overdrachten of verleningen van licenties van de auteursrechten en naburige rechten en de totale vergoedingen, waarin ook de vergoedingen voor de geleverde prestaties zijn inbegrepen, maximaal een bepaald percentage bedragen.
Dit bedraagt:
- 50% in 2023;
- 40% in 2024;
- 30% vanaf 2025.
Deze beperking geldt enkel in bepaalde situaties.
c) Gemiddelde beperking
Indien in de vier vorige belastbare tijdperken auteursrechten werden genoten waarvan het gemiddeld bedrag hoger is dan het absolute maximumbedrag van 64.070 EUR, dan worden de auteursrechten van het lopende jaar niet wettelijk vermoed roerende inkomsten te zijn.
Bijgevolg worden de auteursrechten in het geheel geacht beroepsinkomsten te zijn zodra zij aangewend worden voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid van de verkrijger van de inkomsten.
Overgangsregeling in 2023
Er wordt een overgangsregeling voorzien voor wie vergoedingen ontvangt die in 2022 in aanmerking kwamen voor de fiscale regeling inzake auteursrechten.
Hierbij kan de regeling nog in 2023 worden toegepast. Let wel: de absolute grens wordt gehalveerd en de plafonds die van toepassing zijn voor het kostenforfait worden gehalveerd.
Vanaf het inkomstenjaar 2024 geldt het nieuw fiscaal regime.
Bron:
- Programmawet van 26 december 2022, BS 30 december 2022.
Dit bericht delen: