Half overbruggingsrecht nu ook voor zelfstandigen in bijberoep en gepensioneerden
De regering heeft beslist om, in het kader van de coronacrisis, voor sommige zelfstandigen in bijberoep en sommige gepensioneerden die nog een zelfstandige activiteit uitoefenen, een half overbruggingsrecht toe te kennen, voor de tijd dat ze hun zaak moeten sluiten of hun activiteit moeten onderbreken. De uitkering bedraagt dan 645,85 euro per maand als alleenstaande of 807,05 euro met gezinslast.
Indien zij een andere uitkering genieten (een tijdelijke werkloosheidsvergoeding als loontrekkende, of een pensioen), kan het bedrag van het overbruggingsrecht verminderd worden.
Zelfstandigen in hoofdberoep en meewerkende echtgenoten konden al het volledige overbruggingsrecht aanvragen; voor hen blijven de regels ongewijzigd.
Wie komt in aanmerking?
Het halve overbruggingsrecht kan aangevraagd worden wanneer uw zelfstandige activiteit begon vóór 1 april 2017 en indien u tot de volgende vier groepen behoort:
- Zelfstandigen in bijberoep of met gelijkstelling bijberoep (art. 37).
Uw kwartaalbijdrage bedraagt op basis van het netto belastbaar beroepsinkomen van 2017 minstens 373,65 euro (wat overeenkomt met een inkomen van 6.996,89 euro) en maximaal 747,29 euro.
Indien u een hogere kwartaalbijdrage verschuldigd bent in bijberoep, dan kon reeds het volledige overbruggingsrecht voor zelfstandigen in hoofdberoep aangevraagd worden.
- Student-zelfstandigen
Uw kwartaalbijdrage bedraagt op basis van het netto belastbaar beroepsinkomen van 2017 maximum 747,29 euro.
Indien u een hogere kwartaalbijdrage verschuldigd bent, dan kan het volledige overbruggingsrecht voor zelfstandigen in hoofdberoep aangevraagd worden.
- Gepensioneerden met nog een zelfstandige activiteit
Uw kwartaalbijdrage bedraagt op basis van het netto belastbaar beroepsinkomen van 2017 minstens 267,94 euro (wat overeenkomt met een inkomen van 6.996,89 euro).
- 65-plussers zonder pensioen
Uw kwartaalbijdrage bedraagt op basis van het netto belastbaar beroepsinkomen van 2017 minstens 373,65 euro (wat overeenkomt met een inkomen van 6.996,89 euro).
Geniet u ook over een ander vervangingsinkomen?
Het halve overbruggingsrecht mag met andere uitkeringen gecombineerd worden, maar er gelden beperkingen.
Het totaalbedrag van al uw vervangingsinkomsten samen (bv. pensioen, werkloosheidsvergoeding) mag niet hoger zijn dan 1.614,10 euro.
Is het bruto totaalbedrag van het halve overbruggingsrecht en de andere uitkering hoger dan 1.614,10 euro, dan zal het uitkeringsbedrag overbruggingsrecht worden verminderd.
Voorbeeld: Uw pensioen bedraagt 1.300 euro bruto per maand. Tijdens de coronacrisis moet u uw zaak sluiten of onderbreekt u de activiteiten in maart en in april voor telkens zeven opeenvolgende dagen. Rekening houdend met uw inkomsten van drie jaar geleden en gezinssamenstelling, heeft u in principe recht op een half overbruggingsrecht van 645,85 euro per maand. Maar de som van 1.300 en 645,85 is 1.945,85. Dat is 331,75 hoger dan het cumulatieplafond van 1.614,10 euro. Daarom zal het effectieve toekenbare overbruggingsrecht maar 314,10 euro bedragen.
Opgelet: Het overbruggingsrecht is niet combineerbaar met arbeidsongeschiktheidsuitkeringen.
Dit bericht delen: