Groen licht voor de mobiliteitsvergoeding én tevens ook akkoord binnen federale regering over mobiliteitsbudget!
Vorige week was er heel wat beweging omtrent mobiliteit naar het werk! Enerzijds werd in de plenaire Kamer op donderdag 15 maart 2018 het wetsontwerp goedgekeurd dat de mobiliteitsvergoeding invoert, ook wel bekend als ‘cash for cars’; anderzijds werd binnen de federale regering op vrijdag 16 maart 2018 ook een akkoord bereikt omtrent het mobiliteitsbudget.
Groen licht voor de mobiliteitsvergoeding (‘cash for cars’)
De maatregel omtrent de mobiliteitsvergoeding voorziet in de mogelijkheid voor werknemers die lang genoeg over een bedrijfswagen beschikken, om deze in te leveren voor een mobiliteitsvergoeding. Kortom, de bedrijfswagen wordt ingeleverd voor een geldbedrag; vandaar de benaming ‘cash for cars’. De mobiliteitsvergoeding kent hetzelfde fiscaal en sociaal voordelig statuut als de bedrijfswagen. Ook werkgevers moeten lang genoeg bedrijfswagens ter beschikking hebben gesteld van één of meerdere werknemers (3 jaar) om de mobiliteitsvergoeding te kunnen opnemen in hun loonpakket. Voor alle partijen geldt er een principiële vrijheid. Werkgevers zijn niet verplicht om het stelsel in te voeren en werknemers kunnen niet verplicht worden om hun bedrijfswagen in te leveren.
De mobiliteitsvergoeding is niet combineerbaar met verplaatsingsvergoedingen voor woon-werkverkeer en kan bovendien niet vooraf gegaan worden door een ‘salary sacrifice’ of met andere woorden, een vermindering van het loon in ruil voor een bedrijfswagen.
De grootte van de mobiliteitsvergoeding wordt berekend op de catalogusprijs van de ingeleverde bedrijfswagen en wordt jaarlijks geïndexeerd. De mobiliteitsvergoeding zelf zal net zoals de bedrijfswagen onderworpen worden aan een solidariteitsbijdrage, is aftrekbaar voor de werkgever in dezelfde mate dat de kosten van de ingeleverde bedrijfswagen aftrekbaar waren en is bij de werknemer belastbaar ten belope van een bedrag dat vergelijkbaar is met het privé belastbaar voordeel auto.
De reglementering omtrent de mobiliteitsvergoeding wordt voorzien in werking te treden vanaf 1 januari 2018.
Ook een akkoord binnen federale regering over het mobiliteitsbudget
Naast de regelgeving omtrent de mobiliteitsvergoeding (‘cash for cars’) werd eind vorige week ook een akkoord bereikt binnen de federale regering omtrent het mobiliteitsbudget. Op basis van het mobiliteitsbudget kunnen werknemers die hun bedrijfswagen inruilen een mobiliteitsbudget ter beschikking krijgen. In tegenstelling tot de regeling omtrent de mobiliteitsvergoeding, is het systeem van het mobiliteitsbudget ook toegankelijk voor werknemers die geen bedrijfswagen hebben, maar er wel voor in aanmerking komen; hierdoor kunnen ook nieuwe werknemers of startende jongeren kiezen voor een mobiliteitsbudget.
Hoeveel dat mobiliteitsbudget is, wordt bepaald op basis van de reële kost van hun vroegere bedrijfswagen. Dat betekent dat iemand die verder van zijn werk woont, een hoger budget zal krijgen dan iemand die dichter woont (omwille van hoger brandstofverbruik, meer onderhoud, enz.). Wie verder woont, heeft nu eenmaal hogere kosten op vlak van vervoer.
Een werknemer kan zijn mobiliteitsbudget besteden in drie pijlers:
- Pijler 1: een milieuvriendelijkere wagen
- Pijler 2: duurzame vervoermiddelen en -diensten (fietsen, openbaar vervoer, deelsystemen, carpooling,….) en dit voor aankoop, gebruik en onderhoud. Een lijst van middelen en diensten die onder deze pijler zullen vallen, zal bij KB worden vastgelegd.
- Pijler 3: restsaldo in loon
De eerste pijler wordt fiscaal op dezelfde manier behandeld als een bedrijfswagen vandaag. De tweede pijler is volledig vrijgesteld van sociale en fiscale lasten, en dat zowel voor de werknemer als de werkgever.
Het mobiliteitsbudget wordt berekend op jaarbasis. Als het budget op het einde van het jaar niet volledig is opgebruikt, ontvangt de werknemer het restsaldo in loon. Dat saldo is vrijgesteld van personenbelasting, maar er moeten wel sociale zekerheidsbijdragen (de normale 25% werkgeversbijdrage + 13,07% werknemersbijdrage) op betaald worden. Daardoor zal het saldo – in tegenstelling tot bij het systeem van cash for cars – bijdragen aan de opbouw van pensioenrechten en andere sociale rechten.
De datum van inwerkingtreding betreffende het mobiliteitsbudget is vooralsnog niet gekend.
Bron:
- Wetsontwerp mobiliteitsvergoeding Kamer 54K2838001
- Persbericht Kris Peeters betreffende mobiliteitsbudget http://www.krispeeters.be/sites/default/files/20180316_PB_mobiliteitsbudget.pdf
Dit bericht delen: