Gesleutel aan bijzondere activeringsbijdrage!
Sinds 2018 moeten werkgevers voor werknemers die geen enkele prestatie geleverd hebben tijdens een volledig kwartaal een activeringsbijdrage betalen.
De activeringsbijdrage wordt vanaf 1 januari 2023 opgetrokken in bepaalde situaties.
Toepassingsgebied
De activeringsbijdrage is verschuldigd door:
- de werkgevers op wie de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités van toepassing is;
- de autonome overheidsbedrijven bedoeld in de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.
Werknemers
Bovenvermelde werkgevers zijn een activeringsbijdrage verschuldigd voor de werknemers die gedurende een volledig kalenderkwartaal vrijgesteld zijn van prestaties.
Dit geldt niet in geval van:
- een wettelijke volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst zoals:
- de schorsingen bepaald in de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (ziekte en ongeval, ...);
- een volledige onderbreking in het kader van tijdskrediet;
- een volledige onderbreking in het kader van een thematisch verlof;
- een vrijstelling van prestaties tijdens de periode van opzegging zoals bedoeld bij artikel 37 van diezelfde wet.
Bovendien geldt het niet indien:
- gedurende het kwartaal een periode van wettelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst aan de periode van vrijstelling voorafgaat;
- gedurende het kwartaal de periode van vrijstelling gevolgd wordt door het ontslag, pensionering of een periode van vrijstelling van prestaties tijdens een opzegging zoals bedoeld bij artikel 37 van diezelfde wet.
De bijdrage geldt niet voor bepaalde uitdrukkelijk uitgesloten situaties.
Bijdrage
De bijdrage is afhankelijk van de leeftijd op het ogenblik dat de werkgever de werknemer vrijstelt van prestaties.
Leeftijd bij het begin van de vrijstelling |
Percentage op het loon (verhoogd tot 108% voor de handarbeiders) |
Minimum per kwartaal |
|
2022 |
Vanaf 01/01/2023 |
||
< 55 |
20% |
20% |
300 EUR |
>= 55 < 58 |
18% |
20% |
300 EUR |
>= 58 < 60 |
16% |
20% |
300 EUR |
>= 60 < 62 |
15% |
15% |
225,60 EUR |
>= 62 |
10% |
10% |
225,60 EUR |
Let wel:
de bijdrage is niet verschuldigd als de werknemer gedurende de eerste 4 kwartalen van vrijstelling van prestaties verplicht een opleiding heeft gevolgd die door de werkgever werd georganiseerd en waarvan de kostprijs minstens 20% bedraagt van het brutojaarloon waarop hij recht had vóór de vrijstelling en evenmin voor de kwartalen gedurende welke hij een 'nieuwe' tewerkstelling heeft aangevat van minstens 1/3de VTE (voltijds equivalent) op kwartaalbasis
- bij één of meerdere werkgevers
- of als zelfstandige.
Daarnaast wordt voorzien dat de hierboven vermelde bijzondere activeringsbijdragen worden verhoogd met 25% wanneer de werkgever een bijzondere activeringsbijdrage voor minstens 10% van zijn werknemers verschuldigd is.
Indien een bijdrage van 10% verschuldigd is, wordt dit dus 12,5%.
Bron:
- Programmawet van 26 december 2022, BS 30 december 2022.
Dit bericht delen: