Gesleutel aan KB 213 bouwsector!
De ministerraad keurde een voorontwerp van wet goed dat de arbeidstijdorganisatie in de bouwsector verder moduleert. De wijzigingen komen er in uitvoering van het sectoraal akkoord van 18 juni 2019.
Huidige regeling
Door toepassing te maken van KB 213 kan een bouwwerkgever tot 180 bijkomende uren per kalenderjaar gedurende de zomerperiode of een periode van intense activiteit uitvoeren naar rato van maximum één uur per dag.
Deze meeruren worden:
- ofwel met een toeslag van 20% betaald (geen recuperatie);
- ofwel gerecupereerd (geen toeslag).
Indien de arbeider geen keuze gemaakt heeft voor het einde van de betaalperiode worden inhaalrustdagen toegekend.
Keuze voor |
Modaliteiten |
Loonbetaling |
Geen recuperatie |
Toeslag 20% |
Betaling loon en toeslag op ogenblik van prestaties |
Wel recuperatie |
Recuperatie binnen 6 maanden, één dag per acht bijkomende uren |
Betaling loon op het ogenblik van de recuperatie |
De toekenning van inhaalrust gebeurt in onderling overleg tussen de werkgever en de arbeider. De rustdagen moeten niet worden toegekend alvorens tijdelijke werkloosheid kan worden ingevoerd.
De maximale in acht te nemen daggrens bedraagt 9 uur. De maximale weekgrens is vastgesteld op 45 uur.
Om beroep te doen op KB 213 moet een specifieke procedure nageleefd worden.
Om een beroep te kunnen doen op de eerste 130 bijkomende uren moet er voorafgaand een akkoord gesloten worden met een meerderheid van de vakbondsafvaardiging. Indien er geen vakbondsafvaardiging is, informeert men de voorzitter van het PC 124 Bouw.
Indien de werkgever gebruik wenst te maken van de 50 bijkomende uren, moet de specifieke sectorale procedure voor zaterdagwerk gevolgd worden.
Op de loondocumenten moeten de meeruren afzonderlijk en uitdrukkelijk vermeld worden.
Toekomstige regeling
In het sectoraal akkoord 2019-2020 werd een overschrijding van de arbeidsduurgrenzen in toepassing van KB 213 tot maximum 1,5 uur per dag met een maximum van 7,5 bijkomende uren op weekdagen vooropgesteld. Het maximum van 180 uren per kalenderjaar bleef hierbij behouden.
Daarnaast voorzag men in de toekenning van inhaalrust in onderling overleg binnen de 12 maanden bij overschrijding van de arbeidsduur in toepassing van KB 213.
Deze twee vooropgestelde wijzigingen bleven op heden dode letter.
De ministerraad keurde vorige week een voorontwerp van wet goed om de arbeidstijdsorganisatie in de bouwsector te moduleren. Hierdoor zouden overschrijdingen van de daggrens in toepassing van KB 213 kunnen gebeuren a rato van 1,5 uur per dag. Bovendien zou de toekenning van inhaalrust moeten plaatsvinden binnen de 12 maanden.
Let wel: bovenvermelde is nog niet definitief en derhalve nog aan wijzigingen onderhevig.
Bron:
- Berichtgeving ministerraad van 11 juni 2021 ‘Organisatie van de arbeidstijd in de bouwsector’.
Dit bericht delen: