Geen belastingvermindering voor aandelenopties toegekend aan zaakvoerders van managementvennootschappen
Voor niet-beursgenoteerde opties wordt het belastbaar voordeel forfaitair vastgesteld op een percentage van de waarde van het onderliggende aandeel. Onder welbepaalde voorwaarden is evenwel een halvering van het belastbaar voordeel mogelijk.
Recentelijk heeft de fiscus bij monde van een circulaire enige discussie uitgesloten over de vraag of een zaakvoerder van een managementvennootschap ook kan genieten van een halvering van het belastbaar voordeel.
Let wel: de circulaire heeft betrekking op niet-beursgenoteerde opties. Voor beursgenoteerde opties zal de werkelijke beurswaarde als belastbare basis worden gebruikt (dus geen forfaitaire berekening).
Voor de beoordeling van de halveringsvoorwaarde, geldt dat de managementvennootschap juridisch gezien de managementprestaties levert aan haar klant en dat, op fiscaal vlak, de zaakvoerder van die managementvennootschap daarbij zijn beroepswerkzaamheid uitoefent ten behoeve van de managementvennootschap en niet ten behoeve van de klant van de managementvennootschap.
Daardoor is niet voldaan aan de voorwaarde dat de optie betrekking moet hebben op aandelen van de vennootschap ten behoeve van wie de beroepswerkzaamheid wordt uitgeoefend.
Het bovenstaande principe geldt ongeacht of de managementvennootschap bestuurder is van de vennootschap die de aandelenoptie toekent of niet.
Het forfaitair bepaalde voordeel dat voortvloeit uit de toekenning van dergelijke aandelenopties, komt bijgevolg niet in aanmerking voor de halvering.
Bron:
- Circulaire 2017/C/21 betreffende aandelenopties toegekend aan zaakvoerders van managementvennootschappen
Dit bericht delen: