Europees kaderakkoord versoepelt regels sociale zekerheid i.g.v. grensoverschrijdend telewerk
De Europese verordening 883/2004 bepaalt dat een werknemer sociaal verzekerd is in het land van zijn tewerkstelling. Indien er echter sprake is van grensoverschrijdende tewerkstelling binnen de EER en Zwitserland stipuleert diezelfde verordening dat van zodra een substantieel gedeelte van de arbeidstijd, nl. 25%, in het woonland gepresteerd wordt, het woonland bevoegd wordt voor de sociale zekerheid.
Tijdens de coronacrisis werden heel wat bedrijven verplicht om over te schakelen op telewerk. Bovenstaande 25%-regel zou dan ook verregaande gevolgen hebben gehad voor werknemers wiens woonland verschilde van hun werkland. Hierdoor werd op Europees niveau een tijdelijke tolerantie ingevoerd t.e.m. 30/06/2023 waarbij grensoverschrijdend telewerk werd geneutraliseerd om te bepalen welk socialezekerheidsstelsel van toepassing zou zijn. Dit betekende dat er bij het bepalen van de 25%-grens geen rekening werd gehouden met telewerken.
Wegens het verstrijken van deze tolerantie werd op Europees niveau nu een kaderakkoord uitgewerkt dat het telewerk definitief vergemakkelijkt vanaf 01/07/2023. Hieronder vindt u de nodige krijtlijnen van dit akkoord.
Voorwaarden kaderakkoord
Het kaderakkoord is vooreerst een afspraak tussen landen die het vrijwillig ondertekenen. Zowel het woonland van de werknemer als het werkland, moeten het kaderakkoord m.a.w. ondertekend hebben om het te kunnen toepassen. Hierbij garandeert men dat een aanvraag om het werkgeversland bevoegd te maken zal ingewilligd worden indien de volgende voorwaarden van het akkoord vervuld zijn:
- het grensoverschrijdend telewerk in het woonland is beperkt tot minder dan 50 % van de arbeidstijd;
- de werknemer is in dienst van één werkgever of voor meerdere werkgevers (in dat laatste geval moeten ze gevestigd zijn in dezelfde lidstaat) en voert geen bijkomende werkzaamheden uit (als werknemer, zelfstandige of ambtenaar);
- de werknemer werkt afwisselend in de vestiging van de werkgever in het werkland en telewerkt structureel grensoverschrijdend in het woonland;
- Het telewerk moet digitaal zijn, met andere woorden met IT-materiaal en verbinding, waardoor louter manueel telewerk wordt uitgesloten van het toepassingsgebied.
De 25%-grens van de verordening 883/2004 wordt door het kaderakkoord dus opgetrokken tot 50%.
De landen die het kaderakkoord inmiddels ondertekend hebben vindt u hier.
Keuzevrijheid
Het kaderakkoord schept een mogelijkheid om van de normale regels af te wijken, geen verplichting.
De werkgever en de werknemer hebben dus de keuze uit:
- Ofwel een aanvraag indienen voor een A1-document op grond van de verordening 883/2004, meer bepaald de toepassing van het sociale zekerheidsstelsel van het woonland wegens overschrijding van de 25%-grens.
- Ofwel een aanvraag indienen voor een A1-document in overeenstemming met het kaderakkoord waarbij men de toepassing vraagt van het sociale zekerheidsstelsel van het land waar de werkgever is gevestigd wegens het niet overschrijden van de 50%-grens.
Praktisch
Bij toepassing van de verordening 883/2004 moet het dossier bij de instelling van het woonland ingediend worden. Het kaderakkoord moet aangevraagd worden in het werkgeversland.
Het kaderakkoord kan in principe enkel aangevraagd worden voor de toekomst. Echter werden hierop twee uitzonderingen van retroactieve toepassing voorzien:
- Maximale terugwerkende kracht van 3 maanden vanaf de aanvraag voor zover de bijdragen en dekking gedurende die 3 maanden in het werkgeversland lagen
- Tijdelijke terugwerkende kracht gedurende het eerste jaar (1 juli 2023 tot 30 juni 2024)
De aanvraag om via het kaderakkoord de Belgische sociale zekerheid toe te passen kan volledig digitaal verricht worden via de portaalsite van de Sociale Zekerheid.
Bron:
- Kaderovereenkomst inzake de toepassing van artikel 16, lid1, van Verordening (EG) nr. 883/2004 in geval van gewoon grensoverschrijdend telewerk
Dit bericht delen: