Een zieke jobstudent?
Indien een student ziek wordt, heeft deze recht op de betaling van het gewaarborgde loon tegen dezelfde voorwaarden als diegene die worden voorzien voor bedienden of arbeiders. We overlopen hierna de verschillende mogelijkheden.
Student - bediende
Situatie 1
Contract voor minder dan 3 maanden en minder dan één maand anciënniteit:
De werkgever betaalt voor dergelijke bedienden geen gewaarborgd loon voor de ziektedagen tijdens de eerste maand tewerkstelling.
Indien de maand anciënniteit wordt bereikt tijdens de eerste 30 dagen ongeschiktheid, moet de werkgever het saldo betalen van het gewaarborgde loon voor alle dagen na de maand tewerkstelling.
Situatie 2
Contract voor minder dan 3 maanden en minstens één maand anciënniteit:
De werkgever zal voor de eerste 30 kalenderdagen arbeidsongeschiktheid de regeling voor arbeiders toepassen.
- 1e tot 7e kalenderdag: 100% van het brutomaandloon, berekend per werkdag
- 8e tot 14e kalenderdag: 86,93% van het brutomaandloon, berekend per werkdag
- 15e tot 30e kalenderdag:
- 26,93% van het brutomaandloon begrensd tot 3.604,37 EUR berekend per arbeidsdag;
- 86,93% op het deel boven deze grens.
Situatie 3
Contract voor minstens 3 maanden of onbepaalde tijd:
De werkgever betaalt tijdens de eerste 30 dagen van de ongeschiktheid een normaal loon tegen 100%, ongeacht hun anciënniteit en hun loon.
Student - arbeider
Situatie 1
Minder dan één maand anciënniteit:
Een arbeider die nog geen volledige maand ononderbroken in dienst is, heeft bij arbeidsongeschiktheid geen recht op gewaarborgd loon ten laste van zijn werkgever
Indien de maand anciënniteit wordt bereikt tijdens de eerste 30 dagen ongeschiktheid, moet de werkgever het saldo betalen van het gewaarborgde loon voor alle dagen na de maand tewerkstelling.
Situatie 2
Meer dan één maand anciënniteit:
De werkgever zal overeenkomstig onderstaande modaliteiten gewaarborgd loon voor de eerste 30 kalenderdagen arbeidsongeschiktheid betalen:
- 1e tot 7e kalenderdag: 100% van het brutomaandloon, berekend per werkdag
- 8e tot 14e kalenderdag: 86,93% van het brutomaandloon, berekend per werkdag
- 15e tot 30e kalenderdag:
- 26,93% van het brutomaandloon begrensd tot 3.604,37 EUR berekend per arbeidsdag;
- 86,93% op het deel boven deze grens.
Dit bericht delen: