De NAR geeft advies over het voorontwerp van wet diverse arbeidsbepalingen
In een advies geeft de NAR haar standpunten weer omtrent juridisch-technische wijzigingen die vervat zijn in een wet diverse arbeidsbepalingen.
Werkgeversgroeperingen
Werkgeversgroeperingen moeten momenteel ofwel een vzw zijn ofwel een economisch samenwerkingsverband (ESV). Aangezien ESV’s afgeschaft werden, zal de reglementering in die zin aangepast worden dat de rechtsvorm ofwel een vzw is ofwel een vennootschap onder firma (VOF). De bestaande werkgeversgroeperingen onder de vorm van een ESV moeten uiterlijk tegen 1 januari 2024 worden omgezet in een VOF.
Gezien het beperkt aantal om te zetten werkgeversgroeperingen, wordt hier niet verder op ingegaan.
Aanduiding vertrouwenspersoon
Momenteel is het niet verplicht om een vertrouwenspersoon aan te duiden, tenzij wanneer alle werknemersvertegenwoordigers in het comité voor preventie en bescherming op het werk (hierna: comité) hierom verzoeken. Deze aanduiding zal verplicht worden voor ondernemingen met minstens 50 werknemers. Voor kleinere ondernemingen (< 50 werknemers) blijft de huidige regel bestaan. Ter herinnering: in ondernemingen van 20 werknemers of meer kan ook de vakbondsafvaardiging hierom verzoeken wanneer er geen comité is. Is er ook geen vakbondsafvaardiging, dan kunnen de werknemers zelf hierom verzoeken.
Binnenkort zal in ondernemingen met 20 werknemers of meer (de huidige regeling geldt voor ondernemingen met méér dan 20 werknemers) ten minste één van de vertrouwenspersonen verplicht deel moeten uitmaken van het personeel van de onderneming.
Tot slot wordt voorzien dat indien er geen vertrouwenspersoon werd aangeduid (hetgeen mogelijk is in ondernemingen met minder dan 50 werknemers), de preventieadviseur van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk zijn opdrachten kan uitoefenen (in ondernemingen vanaf 20 werknemers), behalve in geval de betrokkene zelf of het comité hier niet mee akkoord gaat. Ter herinnering: in ondernemingen met minder dan 20 werknemers wordt de functie van preventieadviseur uitgeoefend door de werkgever.
Betaald educatief verlof
Er komt een automatische indexering van het begrensde loon dat de werkgever betaalt voor de uren dat een werknemer betaald educatief verlof neemt. Het advies van de NAR is echter verdeeld. Terwijl de werknemersorganisaties dit toejuichen, maar ook vragen dat het uurforfait van de terugbetaling aan de werkgevers automatisch zou geïndexeerd worden, zien de werkgeversorganisaties een automatische stijging niet zitten, aangezien zij nu reeds hogere kosten moeten dragen omwille van de strengere opleidingsverplichtingen.
Economische werkloosheid voor bedienden
Ondernemingen die beroep willen doen op het stelsel van economische werkloosheid voor bedienden moeten bewijzen dat zij een onderneming in moeilijkheden zijn en er sprake is van een substantiële daling van de omzet, productie of bestellingen. Als bewijs hiervan moet de btw-aangifte worden toegevoegd aan de aanvraag.
Er wordt een aanpassing voorzien zodat ondernemingen die niet aan de btw zijn onderworpen, dit bewijs kunnen leveren op basis van documenten van boekhoudkundige aard, andere dan de btw-aangiften.
Als aandachtspunt geeft de NAR mee dat er overleg moet zijn tussen de twee instanties die de ondernemingen in moeilijkheden kunnen erkennen, zijnde de RVA en de Commissie Ondernemingsplannen, zodat een gemeenschappelijke en standvastige praktijk kan ontwikkeld worden.
De werkgevers vragen dat er bij de beslissing tot erkenning van social profit ondernemingen ook rekening wordt gehouden met het verlies of de vermindering van subsidies om bijvoorbeeld de daling van de omzet aan te tonen.
Tijdskrediet
Een nieuwe bepaling maakt het met terugwerkende kracht vanaf 1 februari 2023 mogelijk om als werknemer vroegtijdig eenzijdig een einde te maken aan de uitoefening van het tijdskrediet zoals voorzien in cao NAR nr. 103.
Maatregelen eindeloopbaan
De sociale partners (lees: de paritaire comités) zullen verplicht worden om via het afsluiten van cao’s maatregelen te nemen om de werkdruk bij oudere werknemers te verminderen en de zwaarte van de beroepen te verlichten. Men zal ook de instellingen moeten aanduiden die belast zijn met de besteding van het gebruik van de gelden voor de uitvoering van deze maatregelen. De wet voorziet in een niet-limitatieve opsomming van maatregelen die kunnen worden genomen.
Schoonmaaksector
Het toepassingsgebied van de aanwezigheidsregistratie in de schoonmaaksector wordt verduidelijkt. Daarbij wordt gepreciseerd dat alleen de schoonmaakactiviteiten in het kader van werken in onroerende staat in de zin van het Btw-wetboek die een aangifte van werken bij de RSZ vereisen, zijn onderworpen aan de aanwezigheidsregistratie (IN en OUT), ongeacht het paritaire comité waartoe de onderneming die deze activiteiten uitvoert, behoort.
Bron:
- Advies NAR nr. 2366 dd. 3 mei 2023 inzake het voorontwerp van wet houdende diverse arbeidsbepalingen.
Dit bericht delen: