De Britse werknemers zullen kunnen genieten van een status quo in geval van een "no deal" Brexit
Voor het geval geen akkoord kan gevonden worden over het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, werd in de Kamer een wetsontwerp ingediend om tegemoet te komen aan de moeilijkheden die de Britse onderdanen zouden kunnen ondervinden, meer bepaald op vlak van de sociale zekerheid. Dit wetsontwerp volgt het wetsvoorstel van Minister van Werk Kris Peeters, zoals uiteengezet in de Nieuwsflash van 9 februari 2019.
Komt er geen verlenging van de onderhandelingsperiode, dan is het vertrek effectief op 30 maart 2019. De onderhandelingen voorzien een overgangsperiode waarin het Europese recht van toepassing blijft tot en met 31 december 2020.
Het Britse parlement heeft het voorstel van het Verenigd Koninkrijk op 15 januari 2019 verworpen, waardoor een vertrek zonder akkoord reëel wordt.
Het wetsontwerp zal enkel in werking treden wanneer er geen akkoord is omtrent het vertrek en voor zover het Verenigd Koninkrijk in soortgelijke maatregelen voorziet.
De Britten worden, door het vertrek, onderdanen uit een derde land. Het wetsontwerp voorziet daarom in de vrijwaring van hun rechten zoals vóór het vertrek en maakt het hen mogelijk om te blijven werken op het Belgisch grondgebied.
De Koning kan de voorwaarden en modaliteiten vastleggen om de Britse onderdanen en hun familieleden die reeds vóór 30 maart 2019 een verblijfsrecht hadden, toe te laten hier verder te verblijven en te werken.
Bron:
- Wetsontwerp van 19 februari 2019 betreffende de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, doc. 54-3554, www.dekamer.be
Dit bericht delen: