CREG-tarief: bedragen voor het eerste kwartaal 2026
De forfaitaire tarieven die de CREG gebruikt om de werkelijke elektriciteitskosten voor het eerste kwartaal 2026 te berekenen, zijn net gepubliceerd.
Die tarieven stemmen overeen met het maximumbedrag per kWh dat je aan je werknemers kan toekennen als terugbetaling voor de kosten van het thuis opladen van hun bedrijfswagen.
Terugbetaling van elektriciteit
Ter herinnering: als je je werknemer zijn elektriciteitskosten voor het thuis opladen van zijn bedrijfswagen terugbetaalt, maakt die terugbetaling geen deel uit van de forfaitaire raming van het voordeel alle aard voor het privégebruik van die wagen; de terugbetaling is dan een afzonderlijk voordeel.
Toch is het mogelijk om maar één belast voordeel van alle aard zonder bijkomend belastbaar voordeel te hebben, voor zover bepaalde voorwaarden vervuld zijn (vb.: terugbetaling gebaseerd op de werkelijke elektriciteitskosten van de werknemer).
De fiscus aanvaardt dat de werkelijke elektriciteitskosten berekend worden op basis van een vast bedrag per KWh, dat echter niet hoger mag zijn dan het CREG-tarief.
CREG-tarief
Het maximaal vast bedrag per kWh wordt voor elk betrokken kwartaal per gewest bepaald op basis van de woonplaats van de werknemer. Dat betekent dat er in elk gewest maar 4 keer per kalenderjaar een maximaal vast bedrag per kWh wordt vastgelegd.
Je mag dus de verbruikte elektriciteit terugbetalen zonder het maximaal vast bedrag per kWh te overschrijden dat van kracht is in het gewest waarin je werknemer zijn woonplaats heeft (je mag uiteraard minder terugbetalen).
Je kan er ook voor kiezen om de verbruikte elektriciteit terug te betalen zonder rekening te houden met de woonplaats van je werknemers. In dat geval is het maximaal vast tarief per kWh gelijk aan het laagste tarief dat van toepassing is in één van de gewesten voor het betrokken kwartaal. Die keuze geldt dan voor het volledige kalenderjaar.
Maximaal vast bedrag per kWh
Het maximaal vast bedrag per kWh bedraagt:
|
|
1 oktober 2025 - 31 december 2025 |
1 januari 2026 - 31 maart 2026 |
|
Vlaams Gewest |
30,70 eurocent/kWh
|
31,32 eurocent/kWh (onder voorbehoud) |
|
Brussels Hoofdstedelijk Gewest |
33,56 eurocent/kWh
|
34,26 eurocent/kWh (onder voorbehoud) |
|
Waals Gewest |
34,57 eurocent/kWh |
35,23 eurocent/kWh (onder voorbehoud) |
Bronnen:
- Circulaire 2024/C/77 van 5 december 2024 over de terugbetaling van elektriciteitskosten door de werkgever voor het thuis opladen van een bedrijfswagen,
- Tussentijdse RSZ-instructies 9 januari 2025 ;
- Circulaire 2025/C/38 over de terugbetaling van elektriciteitskosten door de werkgever voor het thuis opladen van een bedrijfswagen – maximaal vast tarief per kWh – derde kwartaal 2025 – permanente toepassing.
Dit bericht delen: