Bereid uw jaarverslag van de Interne dienst voor preventie en bescherming voor!
Jaarlijks maakt u het jaarverslag van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk op. Dit verslag vermeldt onder meer bepaalde gegevens m.b.t. arbeidsongevallen, de structuur van de preventie en bescherming van het werk en de acties die ondernomen zijn.
Uiterlijk op 1 april 2020 maakt u dit verslag op.
Stelt u zich graag in regel? Hieronder leest u wat deze verplichting concreet voor u inhoudt.
FAQ: Wie stelt het jaarverslag van de Interne dienst voor preventie en bescherming op?
U stelt het jaarverslag van de Interne dienst voor preventie en bescherming op, in samenspraak met uw preventieadviseur. Indien u geen beroep doet op een preventieadviseur, moet u dit verslag zelf correct invullen.
FAQ: Wat doet u met dit jaarverslag?
Indien er in uw onderneming een comité voor preventie en bescherming op het werk aanwezig is, moet dit jaarverslag 15 dagen voor de vergadering van het Comité preventie en bescherming van februari aan de gewone leden bezorgd worden.
Het jaarverslag moet u niet meer opsturen naar de bevoegde inspectie, maar enkel bewaren.
FAQ: Welk formulier gebruikt u hiervoor?
Drie verschillende formulieren worden voorzien:
- Het formulier A: voor een werkgever met een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk zonder afdelingen.
- Het formulier B: voor een werkgever met een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk met afdelingen.
- Het formulier C: een groep van werkgevers die gemeenschappelijk een dienst voor preventie en bescherming op het werk organiseren.
Deze formulieren vindt u terug via de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
Bron:
- Jaarverslag van de Interne dienst voor preventie en bescherming op het werk - dienstjaar 2019 - Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg
Dit bericht delen: