Aanleg van sociaal passief in het kader van het eenheidsstatuut is geen klein bier!
De invoering van het eenheidsstatuut ging gepaard met de invoering van een nieuwe – ondertussen fel besproken - fiscale maatregel ‘het sociaal passief’!
Met deze maatregel beoogde men een compensatie in te voeren voor de hogere ontslagkosten die resulteerden uit de nieuwe ontslagregelgeving.
Druppelsgewijs werd duidelijk dat de praktische uitwerking van het sociaal passief geen eenvoudig paar mouwen is. Ziet u door de bomen het bos niet meer? Hier vindt u alvast de krijtlijnen terug.
Wie kan beroep doen op het sociaal passief?
Een sociaal passief kan aangelegd worden door de werkgever die winst of baten verkrijgt. Bijgevolg kan het sociaal passief aangelegd worden door:
- natuurlijke personen die hun beroepswerkzaamheid uitoefenen onder de vorm van een nijverheids-,handels- of landbouwonderneming.
- Beoefenaars van vrije beroepen, ambten, posten en andere winstgevende bezigheden.
- Vennootschappen.
Voor welke werknemers kan een sociaal passief aangelegd worden?
U kan een sociaal passief aanleggen voor uw werknemers die een anciënniteit hebben van 5 jaar na 1 januari 2014. De circulaire verduidelijkt verder dat het moet gaan om werknemers die aan de Belgische sociale zekerheid onderworpen zijn.
Daarnaast zouden bedrijfsleiders onder bepaalde voorwaarden ook in aanmerking komen voor deze maatregel.
De recente circulaire verduidelijkt de notie anciënniteit en grijpt hiervoor terug naar de gewone arbeidsrechtelijke betekenis nl. ‘de periode gedurende dewelke de werknemer ononderbroken in dienst is gebleven van dezelfde onderneming’.
Ook wordt verder verduidelijkt dat een opeenvolging van verschillende arbeidsovereenkomsten bij eenzelfde werkgever – ongeacht het aan die overeenkomsten verbonden statuut (arbeider of bediende) - bij de berekening van de anciënniteit eveneens in rekening wordt genomen op voorwaarde dat er tussen de overeenkomsten geen enkele onderbreking is.
Er wordt bij het bepalen of iemand aan de vereiste anciënniteitsvoorwaarde voldoet geen rekening gehouden met conventionele anciënniteitsclausules, zelfs niet als uitdrukkelijk bepaald zou worden dat de fictieve anciënniteit ingevoerd wordt met het oog op de berekening van de opzeggingsvergoedingen.
De anciënniteitsvoorwaarde moet beoordeeld worden van datum tot datum. Concreet betekent dit dat een werknemer die in dienst kwam op 2 februari 2009, maar 5 jaar anciënniteit in het kader van het eenheidsstatuut heeft op 2 februari 2019.
Hoeveel bedraagt de vrijstelling?
A. Principe
Voor uw werknemers kan u 3 weken bezoldiging vrijstellen vanaf het zesde tot en met het twintigste dienstjaar na 1 januari 2014.
Vanaf het eenentwintigste dienstjaar dat na 1 januari 2014 is begonnen, is de vrijstelling beperkt tot één week bezoldiging.
Om te bepalen welke bezoldiging er in rekening genomen mag worden, moet er rekening gehouden worden met de gemiddelde bruto maandelijkse referentiebezoldiging.
De circulaire verduidelijkt deze notie verder en bepaalt onder andere dat er geen rekening gehouden mag worden met bezoldigingselementen met een uitzonderlijk karakter zoals de verschillende vakantiegelden, de dertiende maand, …
De wetgeving voorziet dat de maandelijkse referentiebezoldiging beperkt in aanmerking moet genomen worden:
- 100 % van de schijf van 0,01 EUR tot 1.500 EUR;
- 30 % van de schijf van 1.500 EUR tot 2.600 EUR;
- 0 % van de schijf boven 2.600,01 EUR.
Omwille van budgettaire redenen werd beslist dat het bedrag van de vrijstelling die berekend werd voor een individuele werknemer gespreid moet worden over het belastbaar tijdperk zelf en de 4 volgende belastbare tijdperken, ten belope van 20 % per belastbaar tijdperk.
Concreet betekent dit dat voor een werknemer met een gemiddelde bruto maandelijkse bezoldiging van 3.500 EUR, die in dienst gekomen is op 02/05/2009, een vrijstelling van 1.266,93 EUR jaarlijks kan aangelegd worden vanaf 2019.
jaar |
|||||||
|
2019 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2019 |
1.266,93 |
253,39 |
253,39 |
253,39 |
253,39 |
253,39 |
|
2020 |
1.266,93 |
|
253,39 |
253,39 |
253,39 |
253,39 |
253,39 |
2021 |
1.266,93 |
|
|
253,99 |
253,99 |
253,99 |
253,99 |
2022 |
1.266,93 |
|
|
|
253,99 |
253,99 |
253,99 |
2023 |
1.266,93 |
|
|
|
|
253,99 |
253,99 |
2024 |
|
|
|
|
|
|
253,99 |
Indien een werknemer waarvoor een sociaal passief werd aangelegd de onderneming verlaat, moet het vrijgesteld bedrag terug aan de winsten en baten van dat boekjaar toegevoegd worden.
B. Wat indien het theoretisch bedrag van de vrijstelling groter is dan de winst van de onderneming?
De circulaire 2019/c/138 over de vrijstelling voor sociaal passief ingevolge het eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden verduidelijkt deze situatie met het volgende voorbeeld:
De winst van een onderneming bedraagt 2.000 EUR. Voor het jaar 2019 bedraagt het bedrag van de vrijstelling voor sociaal passief 3.000 EUR.
De vrijstelling is als volgt samengesteld per werknemer:
- Alain: 1.200 EUR;
- Bernard: 1.000 EUR;
- Cécile: 800 EUR.
De belastingplichtige vraagt geen enkele andere economische vrijstelling.
Indien het werkelijk vrijgesteld bedrag 2.000 EUR bedraagt (vrijstelling voor sociaal passief beperkt tot de nettowinst).
De verdeling van het werkelijk vrijgesteld bedrag per werknemer is als volgt:
- Alain: 1.200 EUR x (2.000/3.000)= 800 EUR
- Bernard: 1.000 EUR x (2.000/3.000)= 666,67 EUR
- Cécile: 800 EUR x (2.000/3.000)= 533,33 EUR
Welke formaliteiten moeten nageleefd worden?
Indien u beroep wenst te doen op het sociaal passief moet u jaarlijks de nominatieve lijst van tewerkgestelde werknemer elektronisch voorleggen aan de administratie.
De volgende vermeldingen moeten opgenomen zijn voor elke werknemer die bij de vrijstelling voor sociaal passief is betrokken:
- De volledige identiteit en het nationaal nummer of het bis-identificatienummer toegekend door de Kruispuntbank van sociale zekerheid;
- De datum van indiensttreding;
- De anciënniteit verworven binnen het eenheidsstatuut;
- Het bedrag van de vrijstelling;
- In voorkomend geval, de einddatum van de arbeidsovereenkomst;
- In voorkomend geval, het bedrag dat is opgenomen in de winst en de baten van het belastbaar tijdperk;
- De bruto belastbare bezoldigingen die aan de werknemer zijn betaald of toegekend (met inbegrip van de sociale werknemersbijdragen), in voorkomend geval te beperken tot het maximaal voorziene bedrag.
De circulaire voorziet dat deze gegevens via Belcotax moeten ingediend worden.
Klant van ons sociaal secretariaat?
Wij kunnen u een handig overzicht bezorgen met de bedragen die vrijgesteld kunnen worden in het kader van het sociaal passief. Deze lijst zal u moeten overmaken aan uw boekhouder om er een concrecte interpretatie aan te geven.
Bron:
- Circulaire 2019/c/138 over de vrijstelling voor sociaal passief ingevolge het eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden.
Dit bericht delen: