Aangescherpt wetgevend kader activeringsbijdrage!
Met de activeringsbijdrage beoogde men werkgevers te ontraden om oudere werknemers met een al dan niet verminderd loon vrij te stellen van prestaties om op deze manier de strikte voorwaarden van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag te omzeilen.
Het begrotingsakkoord van oktober 2023 stelde een aantal wijzigingen aan het bestaand wetgevend kader vanaf 2024 voorop.
Ontdek hieronder de krijtlijnen.
Toepassingsgebied
Werkgevers
De activeringsbijdrage kan verschuldigd zijn door:
- de werkgevers op wie de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités van toepassing is;
- de autonome overheidsbedrijven bedoeld in de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.
Werknemers
Vanaf 1 januari 2024 is de bijdrage niet enkel verschuldigd voor werknemers die geen enkele prestatie leverden tijdens een volledig kwartaal bij dezelfde werkgever, maar ook voor diegenen die gedurende het volledig kalenderkwartaal een tewerkstelling van minder dan 1/3de van een voltijdse tewerkstelling van werknemers van dezelfde categorie in het bedrijf hebben.
Bovenvermelde geldt niet bij
- een wettelijke volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst zoals:
-
- de schorsingen bepaald in de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (ziekte en ongeval, ...);
- volledige onderbreking in het kader van tijdskrediet;
- volledige onderbreking in het kader van een thematisch verlof;
- vrijstelling van prestaties tijdens de periode van opzegging zoals bedoeld bij artikel 37 van diezelfde wet;
- indien gedurende het kwartaal een periode van wettelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst aan de periode van vrijstelling voorafgaat;
- indien gedurende het kwartaal de periode van vrijstelling gevolgd wordt door het ontslag, pensionering of een periode van vrijstelling van prestaties tijdens een opzegging zoals bedoeld bij artikel 37 van diezelfde wet.
Bepaalde werknemers worden de facto uitgesloten van het toepassingsgebied van de maatregel.
Denk bijvoorbeeld aan werknemers die:
- effectief in een systeem van volledige vrijstelling van prestaties zijn gestapt vóór 29 december 2017;
- in een systeem van volledige vrijstelling van prestaties zijn gestapt in toepassing van een cao van bepaalde duur neergelegd vóór 29 december 2017;
- in een systeem van volledige vrijstelling van prestaties zijn gestapt in toepassing van een individuele overeenkomst afgesloten vóór 29 december 2017;
- in het geval van een autonoom overheidsbedrijf, in een systeem van volledige vrijstelling van prestaties zijn gestapt in toepassing van een regeling afgesloten in het PC vóór 29 december 2017.
Daarnaast heeft de maatregel ook geen betrekking op statutaire werknemers in de openbare sector (afwezigheden gelijkgesteld met dienstactiviteit, terbeschikkingstelling voorafgaand aan pensioen).
Omvang bijdrage
Principe
De omvang van de bijdrage is afhankelijk van de leeftijd op het ogenblik dat de werkgever de werknemer vrijstelt van prestaties.
Vanaf 1 januari 2024 bedragen deze:
Leeftijd bij het begin van de vrijstelling |
Percentage van het loon (verhoogd tot 108% voor de handarbeiders) |
Minimum per kwartaal (EUR) |
Minder dan 55 jaar |
50% (voorheen: 20%) |
300 EUR |
Minstens 55 jaar en jonger dan 58 jaar |
50% (voorheen: 20%) |
300 EUR |
Minstens 58 jaar en jonger dan 60 jaar |
50% (voorheen: 20%) |
300 EUR |
45% (voorheen: 15%) |
225,60 EUR |
|
Minstens 62 jaar |
40% (voorheen: 10%) |
225,60 EUR |
Let wel: de activeringsbijdrage is niet verschuldigd op een ontslagpremie of een gouden handdruk.
Vermindering van het bijdragepercentage
De hierboven vermelde bijdragepercentages worden vanaf 2024 verminderd met 40% gedurende 4 kwartalen indien de werknemer gedurende de periode van vrijstelling van prestaties de verplichting had om gedurende de eerste vier kwartalen een outplacementbegeleiding te volgen van 60 uur overeenkomend met de waarde van een twaalfde van de jaarlijkse bezoldiging voor het kalenderjaar voorafgaand aan de vrijstelling van prestaties en met een minimumwaarde van 1.800 EUR en een maximumwaarde van 5.500 EUR en die beantwoordt aan bepaalde kwaliteitscriteria.
De bestaande vermindering van het bijdragepercentage met 40% voor opleidingen van minstens 15 dagen wordt aldus vervangen door bovenvermelde situatie.
Verhoging van het bijdragepercentage
De bijzondere bijdragen worden verhoogd met 25% wanneer de activeringsbijdrage voor minstens 10% van de werknemers verschuldigd is. Hierbij wordt elke werknemer geteld die in de loop van het kwartaal werkzaam was ongeacht de prestatie, met uitzondering van:
- studenten onder solidariteitsbijdragen;
- leerlingen - alternerend leren;
- flexi-werknemers;
- gelegenheidswerknemers in de land- of tuinbouw;
- gelegenheidswerknemers in de horeca.
Uitsluitingen
De bijdrage is vanaf 2024 niet meer verschuldigd indien de werknemer gedurende de eerste vier kwartalen van vrijstelling van prestaties verplicht een opleiding heeft gevolgd die door de werkgever werd georganiseerd en waarvan de kostprijs minstens 20% bedraagt van het bruto jaarloon waarop hij recht had vóór de vrijstelling.
Op heden is de bijdrage niet verschuldigd voor de kwartalen waarin de werknemer een nieuwe tewerkstelling van minstens 1/3 de aanvat bij een andere werkgever of als zelfstandige. Deze uitsluiting wordt vanaf 2024 niet meer voorzien.
Let wel: bovenvermelde is gebaseerd op ontwerpwetgeving en bijgevolg nog aan wijzigingen onderhevig.
Bron:
- Ontwerp van programmawet van 18 december 2023 (DOC 55 3697/016).
Dit bericht delen: