Is uw opleidingsplan al klaar?
Werkgevers met minstens 20 werknemers die vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités moeten jaarlijks een opleidingsplan opstellen vóór 31 maart.
Dit opleidingsplan wordt opgesteld na het raadplegen van de ondernemingsraad of, bij ontstentenis ervan, de vakbondsafvaardiging.
De werkgever legt jaarlijks minstens 15 dagen voor de vergadering waarin het opleidingsplan besproken zal worden een ontwerp van opleidingsplan voor aan de ondernemingsraad, of bij ontstentenis ervan aan de vakbondsafvaardiging.
De ondernemingsraad, of bij ontstentenis ervan, de vakbondsafvaardiging, diende in principe advies te geven over het ontwerp tegen uiterlijk 15 maart.
Indien er noch een ondernemingsraad noch een vakbondsafvaardiging in de onderneming is, moest de werkgever het opleidingsplan voorleggen aan de werknemers tegen uiterlijk 15 maart.
De werkgever stelt het opleidingsplan op waarbij bijzondere aandacht geschonken wordt aan bepaalde risicogroepen. Denk onder meer aan:
- de werknemers van minstens 50 jaar oud;
- knelpuntberoepen;
- de wijze van evaluatie van werknemers.
Bij de uitwerking van het opleidingsplan moet men eveneens de genderdimensie voor ogen houden.
Het opleidingsplan dat voor minimaal 1 jaar gesloten wordt, bevat onder meer:
- de formele en informele opleidingen;
- uitleg over de wijze waarop het bijdraagt aan de investering in opleiding.
De wetgeving bepaalt dat dit opleidingsplan binnen de maand na inwerkingtreding van het opleidingsplan, elektronisch opgezonden wordt naar de ambtenaar die door de koning nog aangewezen moet worden. Aangezien dit nog bepaald moeten worden, moeten de opleidingsplannen momenteel niet aan de Sociale Inspectie of de FOD WASO worden overgemaakt.
Het opleidingsplan moet bewaard worden in de onderneming. Werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers moeten toegang krijgen tot het opleidingsplan, indien zij erom vragen.
Let wel: paritaire (sub)comités kunnen via een algemeen verbindend verklaarde cao, de minimale voorwaarden vaststellen waaraan een opleidingsplan moet voldoen voor de werkgevers die onder het toepassingsgebied van deze overeenkomst vallen.
Deze cao moet op de directie van de griffie en de algemeenverbindendverklaring van de cao en van de algemene directie collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD WASO neergelegd worden, uiterlijk op 30 september van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de voorwaarden bij het opstellen van het plan dienen te worden opgesteld.
Een uitzondering hierop wordt voorzien voor de collectieve arbeidsovereenkomsten die voor 2023 de minimale voorwaarden vaststellen waaraan een opleidingsplan moet voldoen. Deze moesten uiterlijk op 30 november 2022 neergelegd worden.
Bron:
- Berichtgeving website FOD WASO van 16 maart 2023 ‘Neerlegging van opleidingsplannen’.
Dit bericht delen: