Ontvangt u binnenkort het arbeidsongeschiktheidsattest van uw werknemer elektronisch?
Recent werd de NAR om advies gevraagd m.b.t. een ontwerp van informatisering van het arbeidsongeschiktheidsattest.
Binnenkort zal de behandelende arts het arbeidsongeschiktheidsattest, mits akkoord van de patiënt, elektronisch kunnen doorsturen naar de e-box van de werkgever.
De patiënt behoudt bij iedere raadpleging de vrije keuze om te opteren voor een papieren of elektronisch attest.
Een ontvangstbewijs met de bestemmeling(en) wordt naar de patiënt gestuurd via zijn eBox Burger. Indien zijn eBox Burger niet geactiveerd is, ontvangt hij een papieren ontvangstbewijs.
Met de informatisering van het arbeidsongeschiktheidsattest beoogt men onder meer administratieve vereenvoudiging te bieden aan de arts. Daarnaast kan het dossier van een arbeidsongeschikte werknemer ook sneller behandeld worden.
De informatisering van het arbeidsongeschiktheidsattest staat volledig los van de 2-voudige verplichting die op de werknemer rust in het kader van arbeidsongeschiktheid. Zo moet de werknemer de werkgever nog steeds onmiddellijk op de hoogte brengen van zijn arbeidsongeschiktheid.
Daarnaast moet de werknemer indien een collectieve arbeidsovereenkomst of het arbeidsreglement dit voorschrijft of bij ontstentenis van dergelijk voorschrift, op verzoek van de werkgever, een geneeskundig getuigschrift voorleggen met een aantal verplichte vermeldingen.
Behoudens in geval van overmacht zendt de werknemer het geneeskundig getuigschrift op of geeft hij het af op de onderneming, binnen twee werkdagen vanaf de dag van de ongeschiktheid of de dag van de ontvangst van het verzoek, tenzij een andere termijn bij collectieve arbeidsovereenkomst of door het arbeidsreglement is bepaald.
De werknemer is evenwel driemaal per kalenderjaar niet verplicht om een geneeskundig getuigschrift af te leveren voor de eerste dag van arbeidsongeschiktheid. Dit geldt zowel voor een arbeidsongeschiktheid van één dag als voor de eerste dag van een langere periode van arbeidsongeschiktheid.
De werknemer moet aan de werkgever wel onmiddellijk het verblijfadres meedelen vanaf de eerste dag van arbeidsongeschiktheid.
Let wel: ondernemingen die minder dan 50 werknemers tewerkstellen op 1 januari van het betrokken kalenderjaar waarin de arbeidsongeschiktheid zich voordoet, kunnen afwijken van bovenvermelde versoepeling op het vlak van het voorleggen van een geneeskundig getuigschrift ingeval van arbeidsongeschiktheid en dit door het afsluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst of het opnemen van een bepaling in het arbeidsreglement.
In die ondernemingen moet de arbeidsongeschikte werknemer dus nog steeds een geneeskundig getuigschrift voorleggen aan zijn werkgever indien een collectieve arbeidsovereenkomst of het arbeidsreglement dit voorschrijft of, bij ontstentenis van dergelijk voorschrift, op verzoek van de werkgever.
De werknemer moet, behoudens in geval van overmacht, het geneeskundig getuigschrift binnen twee werkdagen verzenden of afgeven op de onderneming, tenzij een andere termijn is bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomst of door het arbeidsreglement.
De NAR merkt in zijn advies onder meer op dat het ontvangstbewijs aan de werknemer twee vermeldingen moet bevatten die op een uitdrukkelijke en begrijpelijke manier stellen dat:
- De werknemer, indien dit nog niet gebeurd is, zijn werkgever(s) onmiddellijk op de hoogte moet brengen van de arbeidsongeschiktheid;
- Het arbeidsongeschiktheidsattest op uitdrukkelijk verzoek van de werknemer door de behandelend arts van de werknemer elektronisch werd voorgelegd aan de op het ontvangstbewijs vermelde werkgever of werkgevers.
Bovendien roept de NAR op dat het ontvangstbewijs aan de werknemer ook beschouwd zou worden als een bewijsmiddel.
Let wel: bovenvermelde is ontwerpwetgeving en bijgevolg nog aan wijzigingen onderhevig.
Bron:
- NAR-advies nr. 2.352 van 28 februari 2023 ‘Administratieve vereenvoudiging in de sector van de gezondheidszorg – Informatisering van het arbeidsongeschiktheidsattest’.
Dit bericht delen: