Premie kwalificerend werkplekleren voor ondernemingen en leerlingenpremie alternerende opleiding maken intrede
Nadat de beleidsnota Werk en Sociale Economie 2019-2024 gewag maakte van het herzien van de bestaande incentives om alternerend leren in ondernemingen te stimuleren, gaf de Vlaamse Regering haar principiële goedkeuring tot het hertekenen ervan.
Ontdek hieronder de krijtlijnen!
Huidige situatie
Ondernemingen en lerenden ontvangen op heden financiële ondersteuning in het kader van werkplekleren vanuit diverse instanties. Denk hierbij onder meer aan de startbonus en de stagebonus.
Alsook worden uiteenlopende doelgroepverminderingen voorzien, zoals de doelgroepvermindering voor de mentor, voor leerlingen in een alternerende opleiding of voor deeltijds werkende jongeren uit het beroepssecundair onderwijs.
Deze maatregelen hebben een eigen toepassingsgebied, voorwaarden, beperkingen en aanvraagwijze.
Toekomstige situatie
Het amalgaam aan bestaande maatregelen voor het stimuleren van alternerend leren wordt grotendeels vanaf 1 september 2023 afgeschaft.
Een premie kwalificerend werkplekleren voor ondernemingen en een leerlingenpremie alternerende opleiding worden vanaf dan in het leven geroepen.
Met de toekenning van de premie kwalificerend werkplekleren voor ondernemingen beoogt men ondernemingen te stimuleren in hun engagement als werkplek. Bovendien wil men inzetten op kwalitatieve begeleiding van de lerende op de werkplek en ondernemingen aanzetten om mee te werken aan kwalificerende opleidingen.
De leerlingenpremie alternerende opleiding moet leerlingen stimuleren om hun alternerende opleiding volledig af te werken.
Gemeenschappelijke bepalingen
Voorwaarden
Bepaalde opleidingen geven aanleiding tot de premie kwalificerend werkplekleren voor ondernemingen of de leerlingenpremie alternerende opleiding.
Concreet gaat het onder meer om:
- Alternerende opleidingen die aan bepaalde voorwaarden voldoen;
- Duale opleidingen die aan bepaalde voorwaarden voldoen;
- De opleiding HBO5 Verpleegkunde.
De overeenkomst die gesloten wordt tussen de onderneming en de lerende moet de volgende vermeldingen bevatten:
- de datum van de inwerkingtreding, de einddatum en het voorwerp van de overeenkomst;
- de naam en het KBO-nummer van de onderneming en de naam van de persoon die de onderneming vertegenwoordigt;
- de naam en het INSZ-nummer van de mentor in de onderneming;
- de naam en het INSZ-nummer van de lerende;
- de naam van de opleiding;
- de naam en het instellingsnummer of KBO-nummer van de opleidingsverstrekker waar de lerende de opleidingscomponent volgt;
- in voorkomend geval het bedrag van de vergoeding;
- …
Ingeval van deeltijdse tewerkstelling gelden afwijkende bepalingen. Zo zijn onder meer een aantal vermeldingen en bepalingen in de overeenkomst niet verplicht omdat de elementen betrekking hebben op het opleidingsgedeelte, en geen onderdeel vormen van een standaard arbeidsovereenkomst.
Bovendien moet de overeenkomst steeds het opleidingsplan, de rechten en plichten van de partijen en het arbeidsreglement bevatten.
Ten slotte mag de overeenkomst geen bedingen bevatten die de rechten van de lerende beperken of zijn verplichtingen verzwaren.
Een van de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de premies is dat de lerende gedurende minstens vier maanden in een schooljaar op de werkplek is.
Premie kwalificerend werkplekleren voor ondernemingen
Bepaalde opleidingen openen het recht op de premie kwalificerend werkplekleren voor ondernemingen.
Aanvraag
Ingeval van alternerende opleidingen (secundair onderwijs) en duale opleidingen (volwassenenonderwijs) gebeurt de aanvraag voor de premie door de ondertekening van de tripartite overeenkomst (onderneming, onderwijsinstelling, lerende) en door het indienen van de nodige gegevens.
De registratie dient plaats te vinden binnen de drie maanden na de start van de overeenkomst.
Voor andere opleidingen vraagt de onderneming de premie kwalificerend werkplekleren aan binnen de zes maanden na de start van de overeenkomst via het digitaal loket van het departement WSE.
Het departement WSE gaat, op basis van de beschikbare gegevens, na of de onderneming voldoet aan de voorwaarde voor de premie. Zij meldt aan de onderneming of de premie al dan niet wordt toegekend en stort in voorkomend geval de premie op de bankrekening van de onderneming.
Omvang
De premie bedraagt per lerende:
- 600 EUR als de lerende geen vergoeding van de onderneming ontvangt;
- 1.000 EUR als de lerende een vergoeding van de onderneming ontvangt.
Leerlingenpremie alternerende opleiding
Aanvraag
De leerling kan in de tripartite overeenkomst (onderneming, onderwijsinstelling, leerling) aangeven of hij de leerlingenpremie alternerende opleiding wil ontvangen. Door de registratie van deze overeenkomst door de onderwijsinstelling is de aanvraag ingediend.
De aanvraag tot de premie kan echter ook door de leerling zelf worden ingediend ten laatste op de laatste dag van het schooljaar. Dit is het geval voor overeenkomsten die gesloten worden met een onderneming buiten de Vlaamse Gemeenschap en die aldaar door de betrokken bevoegde instantie is erkend als werkplek in het kader van een gelijkwaardig opleidingssysteem van alternerend leren en werken.
Omvang
De premie voor de leerling bedraagt 500 EUR.
Let wel: bovenvermelde is gebaseerd op ontwerpwetgeving en bijgevolg nog aan wijzigingen onderhevig.
Bron:
- Vlaamse ministerraad van 3 februari 2023 ‘Uitvoeringsbesluit premie kwalificerend werkplekleren voor ondernemingen en de leerlingenpremie alternerende opleiding.
Dit bericht delen: