Vanaf 1 oktober 2017 verhoging krediet bijkomende uren voor deeltijders met variabele arbeidsregeling
Voor deeltijdse werknemers die meerprestaties voorzien, geldt een systeem van krediet aan bijkomende uren waarvoor geen overloontoeslag verschuldigd is. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen deeltijdse werknemers met een vaste arbeidsregeling en deeltijdse werknemers met een variabele arbeidsregeling (i.e. variabel rooster met toepassing van een gemiddelde wekelijkse arbeidsduur na te leven over een referteperiode van een kwartaal, max. te verlengen tot één jaar).
Regeling vóór 1 oktober 2017
In geval van deeltijdse werknemers met een vaste arbeidsregeling geldt een krediet van 12 bijkomende uren per kalendermaand waarvoor geen overloon verschuldigd is.
In geval van deeltijdse werknemers met een variabele arbeidsregeling geldt een krediet van 3 bijkomende uren per week binnen de referteperiode. Indien de referteperiode tot naleving van de gemiddelde arbeidsduur één kwartaal betreft, bedraagt het krediet bijgevolg 39 kredieturen (i.e. 13 weken x 3u/week). De verlenging van de referteperiode heeft echter geen weerslag op het krediet; m.a.w. indien de referteperiode tot naleving van de gemiddelde arbeidsduur meer dan één kwartaal betreft, blijft het krediet max. 39 uur, bv.:
- Referteperiode van één kwartaal --> krediet van 39 kredieturen;
- Referteperiode van één semester --> krediet van 39 kredieturen (max.);
- Referteperiode van één (kalender)jaar --> krediet van 39 kredieturen (max.).
Regeling vanaf 1 oktober 2017
Voor deeltijdse werknemers met een variabele arbeidsregeling wordt het krediet aan bijkomende uren vanaf 1 oktober 2017 op 2 vlakken gewijzigd, m.n.:
- Krediet van 3u14 minuten per week (i.p.v. 3u per week);
- Max. krediet van 168 uren binnen referteperiode (i.p.v. 39u binnen referteperiode).
In concreto betekent dit o.m. dat vanaf 1 oktober 2017 het verlengen van de referteperiode wel invloed zal hebben op het krediet, bv.:- Referteperiode van één kwartaal --> krediet van 42 kredieturen (i.e. 13x3u14’);
- Referteperiode van één semester --> krediet van 84 kredieturen (i.e. 26x3u14’);
- Referteperiode van één (kalender)jaar --> krediet van 168 kredieturen (i.e. 52x3u14’).
Voor deeltijdse werknemers met een vaste arbeidsregeling wijzigt niets op 1 oktober 2017. Daar blijft de regel van krediet van 12 bijkomende uren per kalendermaand verder gelden.
Bron:
- KB van 23 maart 2017 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 juni 1990 tot gelijkstelling van sommige prestaties van deeltijds tewerkgestelde werknemers met overwerk, BS 5 april 2017, 48382.
Dit bericht delen: